de saudade

de saudade
Saudade voor de noordkust van Spanje

donderdag 27 oktober 2011

Albufeira en rondreis Andalusië

Vrijdag 21 oktober, we zijn weer terug aan boord na een weekje rondreizen met de auto door Andalusië. We hebben er erg van genoten.
De auto, een Renault Clio, hebben we via internet gehuurd (www.autoeurope.nl) en kunnen we oppikken bij een vestiging van Europcar. We betalen ongeveer 1/3 van hun prijs, € 12,80 per dag, super goedkoop vinden wij. Daarbij is deze auto ook nog eens een klasse groter dan die we eigenlijk gehuurd hebben. De eerste dagen tuffen we wat rond in de buurt, bezoeken Lily en Niek op de Guadiana rivier (zeilend waren we elkaar misgelopen) en proosten met de Denen Sten, Rosemarie en opstapster Kristina op hun overwinning op de Portugezen voor de EK kwalificatie. Op woensdag kunnen we tangodansen in Faro. Het is een klein groepje en er is leuk contact. Het is eigenlijk meer een practicum dan een salon.
Donderdag 13 oktober leggen we de 500 kilometer naar Granada af. Het landschap is dor en droog (is te verwachten in deze tijd van het jaar, ook nu is het hier nog 34 graden!) met uitgestrekte olijfboomgaarden en ook een veld met zonnepanelen. Eerst vlak later meer bergachtig naarmate we Granada en de Siërra Nevada naderen. De reisgidsen adviseren om NIET met de auto de stad in te gaan vanwege zeer smalle straten en veel eenrichtingverkeer. Lekker dus. We denken een goede oplossing gevonden te hebben door naar de jeugdherberg te gaan. Deze ligt 2 km uit het centrum met een goede busverbinding en is volgens het boek niet duur. Dat laatste valt nogal tegen en we kunnen er maar twee nachten blijven, want ze zitten op zaterdag vol. Wel kunnen we op hun terrein de auto goed kwijt. Wij hadden eigenlijk vier nachten willen blijven, om ook nog tango te kunnen dansen. Maar het loopt nu eenmaal zo en de tango komt later dan wel weer. Vrijdag ’s morgens zo vroeg mogelijk ontbijten en dan met de bus naar het Alhambra (paleis annex fort uit de Moorse tijd) om te proberen entreekaarten te bemachtigen. Aan de kassa worden dagelijks een beperkt aantal kaarten verkocht om de drukte niet te veel op te laten lopen. De kaarten worden voor twee dagdelen verkocht, van 08.00 uur tot 14.00 uur en van 14.00 uur tot 20.00 uur. Reserveren via internet of telefoon schijnt ook te kunnen, maar al onze pogingen daartoe zijn mislukt. Gelukkig is de rij bij de kassa niet heel lang en we kunnen voor die middag nog kaarten krijgen. Jippie, een wens van Jeanet gaat in vervulling. Tot 14.00 uur kun je wel al een aantal dingen op het terrein bekijken die gratis toegankelijk zijn, zoals het paleis van Karel V, en je kunt je oriënteren. Vanaf 14.00 uur bekijken we eerst het Generalife. Dit was het zomerpaleis van de sultan met prachtige tuinen en fonteinen. Daarna is het tijd voor de Palacios Nazaries (op je ticket staat de tijd dat je hier naar binnen kunt om grote drukte te voorkomen). Zalen met prachtig stucwerk en plafondschilderingen rondom stille patio’s met veel waterwerken. Helaas is de beroemdste fontein, die met de leeuwen, in restauratie. Dan is er nog het fort om te bekijken, het Alcazaba. Dit is het oudste en meest robuuste deel van het Alhambra. Er is zoveel te zien dat we ons de hele dag op het terrein vermaken.
 

Karel V paleis
 

 
  

Generalife

Alcazaba














Terug in het centrum van Granada bij de kathedraal spelen twee gitaristen live ......tango!. We vermaken ons er een tijdje, eten wat en later in ons buurtje vinden we nog een café met flamenco, helaas niet live. Dat was de dag ervoor geweest, grrrrrrr.
In niet toeristische plaatsen worden gratis tapa’s gegeven bij elk drankje. Door een beetje slim te plannen met de lunch hoef je ’s avonds niet te eten, later lukt ons dat een paar keer.
Zaterdag maken we eerst een tour door de noordkant van de Siërra Nevada, tot iets boven de 2.000 meter bij het skioord Pradollano. Volgens de gids zou er eeuwige sneeuw moeten zijn, wij zien het niet. Tijdens een stop zien we berggeiten, familie van de steenbok. Er schijnen er vrij veel van te zijn, maar je moet toch een beetje geluk hebben.
We overnachten in Orjiva aan de zuidkant van de Siërra Nevada, het gebied heet hier de Alpujarras.

Sierra Nevada

Berggeiten


Alpujarras

De volgende dag reiden we eerst nog wat verder de Alpujarras in. Prachtige natuur met witte dorpjes tegen de berghelling geplakt. Bij Motril zien we de Middellandse zee en gaat de route langs de Costa del Sol met de bekende plaatsen uit de vakantiegidsen Torremolinos, Fuengirola en Marbella. Dan weer de bergen in naar Ronda, waar we overnachten. Een prachtige plaats waar een kloof met een mooie oude brug de stad in twee delen splitst en een van de oudste stierenvechtarena’s staat. 
Ronda, stierenvechters arena

Overdag is de temperatuur nog steeds lekker, circa 25 graden, maar ‘s nachts koelt het zeker in de bergen al behoorlijk af tot een graad of 10. Trui en lange broek moeten er weer aan te pas komen.
Onze volgende bestemming is Sanlucar de Barrameda aan de monding van de Guadalquivir, de rivier naar Sevilla (een tip van Ingrid en Ton). Misschien gaan we die volgend jaar nog bevaren. We rijden via een prachtige route door het Parque Natural Siërra de Grazalema en hebben een fotogenieke lunchstop met zicht op Arcos de la Frontera. Zodra we de bergen uit zijn loopt de temperatuur weer flink op tot tegen de 30 graden. Sanlucar blijkt een leuke plaats waar het nog gezellig druk is en, in tegenstelling tot Ronda, er ook ’s avonds nog wat volk op straat is. We vinden een mooi oud hotel.
We zitten hier in de Sherry - streek en de specialiteit hier is de Manzanilla , die we natuurlijk ook even moeten proberen. Blijkt erg lekker te zijn. Dinsdag 18 oktober gaan we eerst naar het plaatsje El Rocio bij het Parque Nacional de Donana (tip van Lily en Niek). De route loopt via de drukke ring van Sevilla om de moerasachtige uitlopers van de Guadalquivir heen. El Rocio is een dorp met alleen maar zandwegen. Met Pinksteren is hier de grootste pelgrimstocht van Spanje, de Romeria. Er komen dan meer dan 1 miljoen bezoekers op 700 inwoners! Het Parque Nacional de Donana strekt zich uit van de oevers van de Guadalquivir tot aan El Rocio. Het is een uitgestrekt moerasachtig gebied, maar bestaat deels ook uit bos. Er zijn veel vogels, maar ook paarden, herten en lynxen. Wij maken een wandeling door het bosgebied, maar blijkbaar hebben de vogels siësta want de enige grote vogel die we zien is een blauwe reiger.
bar in Sanlucar de Barrameda

Het blijkt lastig om langs deze kust een betaalbaar hotel te vinden. We belanden uiteindelijk een stukje buiten El Rompido in een hotel in de prachtige natuur met uitzicht op zee. We blijven er twee nachten.
Bij het hotel is een Argentijns restaurant. We zijn die avond de enige klanten (overigens ook in het hotel) en als Elaine (Spaanse) en Tomas (Argentijn) ontdekken dat we tangoliefhebbers zijn zetten ze een muziekje voor ons op en kunnen we een dansje maken. Ze vinden het erg leuk en hebben wel eens nagedacht over tangolesweken, maar dit is tot nu toe niets geworden. We hopen ze op weg geholpen te hebben met onze info. 
We gaan lekker een dagje naar het strand aan de rand van het natuurpark en er volgt een tweede stranddag bij Isla Christina. Dat is op 1,5 uur rijden van de boot, dus zijn we die avond weer terug aan boord.
Het is tijd om de nieuwe acculader te installeren. Deze hebben we opgepikt in Ayamonte in de watersportwinkel van het Nederlands/Engelse stel. Altijd fijn als alles het weer doet. Verder nog een schilderklusje en de laatste boodschappen doen; zolang we de auto nog hebben is dat een stuk makkelijker hier.
Tijdens onze rondreis door Andalusië hadden wij het er over dat we nog geen Tesselaars tegengekomen zijn. Dat is opvallend, want eigenlijk komen we elke vakantie wel iemand van het eiland tegen. En ja hoor, die zaterdag in de jachthaven horen we een stemmetje in de verte Willem’s naam roepen. Het is Aatje Stiekema!. Wij wisten dat de zeilboot van Aatje en Ed in Portimao aan een mooring lag, we hadden haar daar ook zien liggen maar toen waren ze niet aan boord. Nu hebben ze op dit blog gelezen dat wij in Albufeira zijn, en laten zij nu ook net besloten hebben om hun boot in Albufeira te laten overwinteren. We krijgen dus Texelse buren! We hebben gezellige uurtjes op het terras bij de marina.
Zondag 23 oktober hebben we met Hanne en Frieder van de Kairos in Ayamonte afgesproken. Zij zijn voor twee weken herfstvakantie aan boord. Inmiddels liggen Lily en Niek met de Olim eveneens in Ayamonte, dus kunnen we die ook mooi nog even gedag zeggen. Het klinkt bijna saai, maar het wordt wederom bar gezellig. Zondag overdag neemt de wind flink toe en die nacht is er ook heel veel regen. Op het vliegveld van Faro stort een deel van het dak van de vertrekhal in (circa 40 km afstand). Heftig! Bij ons in de haven meten we slechts maximaal 27 knopen, 6 a 7 Bf. We hadden al een goed gevoel over deze haven, maar na deze nacht is dit alleen nog maar versterkt. Zeker als we later van Aatje en Ed horen dat het in Portimao ook flink tekeer ging. Het weer is nu duidelijk een stuk minder stabiel geworden. Maandagavond hoopten we nog een keer tango te kunnen dansen in Faro, maar aangezien dit een buitensalon is durft de organisatie het gezien de weersomstandigheden niet aan. Jammer.
Dinsdag moeten we de auto inleveren, wordt de laatste was gedaan en gaan de zeilen droog in de achterkajuit. Aatje en Ed pikken ons op voor, je raad het al, een paar gezellige terrasuurtjes in het oude centrum van Albufeira. Albufeira is ongeveer De Koog x 100. Tijdens een eerder avondje stappen hadden we al ontdekt dat er veel Engelse live muziek is en het nog gezellig druk is in het najaar. We belanden op een “Nederlands” terras en daar horen natuurlijk bitterballen bij. Errrrrug lekker na 5 maanden!
Gelukkig hebben wij dinsdags de zeilen opgeborgen, want woensdag is er eerst nog veel regen en de hele dag veel wind uit alle richtingen. Nu kunnen we mooi bekijken of de landvasten hun werk goed doen en de boot verder winterklaar maken. En natuurlijk dit, voorlopig, laatste verhaal schrijven.
In 45 vaardagen hebben we 1.900 zeemijlen afgelegd. We hebben het dus rustig aan gedaan, veel gezien en dat was de bedoeling. We hebben er van genoten.
De Saudade laten we met een gerust gevoel hier achter en hopen volgend jaar onze reis te kunnen vervolgen, de Middellandse zee in.
Hasta pronto!
Albufeira, eindstation voor dit jaar.




zaterdag 8 oktober 2011

Zuidoost Portugal

Saudade en Kairos op de ankerplaats bij Culatra. Olhao op de achtergrond.
Maandag 19 september varen we de 15 mijl van Albufeira naar de ankerbaai voor het eiland Culatra. Dit eiland ligt voor de kust van Faro en is een van de eersten in een reeks van een waddenachtig gebied met eilanden, zandbanken en ondieptes. Helaas is de wind tegen, af en toe 4 Bf, en moeten wij de afstand motorzeilend doen. De Kairos komt vlak voor het donker ook binnen. Zij kan beter hoog aan de wind en leggen de hele afstand zeilend af, bravo voor schipper Jorg en bemanning Hans en
Robert. ’s Avonds gaan we met z’n 5en in onze dingy aan land en eten gezellig in een restaurant.
Culatra
Strand Culatra.
De volgende dag eerst maar eens het plaatsje Culatra bekeken. Het blijkt een heel apart dorp. Volledig in het zand gebouwd met alleen een tegelpad tussen de huizen door. Auto’s zijn er niet. Ook is er een mooi aangelegd houten pad door de brede duinen naar het strand. Wij stellen ons voor dat het in De Koog ook ooit ongeveer zo begonnen moet zijn. Later nemen we samen met de Kairos- bemanning de veerpont naar Olhao, een redelijk grote plaats iets ten oosten van Faro. Daar blijken Frank en Marijke met de Sepia voor anker te liggen en we treffen hen ook. Zij gaan hier 1 oktober op de kant. Na terugkomst eten we ten afscheid aan boord van de Kairos. Zij moeten de volgende dag naar Ayamonte (winterligplaats van de Kairos) om schoon schip te maken en vliegen later in de week weer naar huis. Wij blijven lekker nog drie dagen om naar het prachtige strand hier te gaan. Dit strand is zoals het wat ons betreft moet zijn: heel rustig, geen strandtenten, fijn zand, lekker water, duinen en veel mooie schelpen. Het is prachtig weer en ons windschermpje zorgt voor wat schaduw.
Een Deense buurman komt langs om ons een compliment te geven voor ons bijzonder heldere ankerlicht. Het springt er echt uit tussen alle andere ankerlichten (voor de liefhebbers: een OGM LED LXTA Tricolor/Anchor light). Wij hadden dat natuurlijk zelf ook al wel gezien, maar het is altijd leuk om van een ander te horen. De Denen hebben we inmiddels ook al een aantal malen getroffen, vanaf Lissabon komen we ze regelmatig tegen. Leuke, gezellige mensen.
In Culatra zijn twee kleine supermarkten met alle noodzakelijke dingen, maar ons ingeweckte vlees komt nu goed van pas. Ook het laatste potje is nog prima. Wegens het grote succes hebben we in een Chinese shop extra weckpotjes gekocht. Van zelf brood bakken is het nog niet gekomen, maar ja, als de broodjes € 0,16 kosten is dat ook niet echt de moeite.
Dit is een heel prima ankerplek met als enige nadeel dat het onder de aanvliegroute naar het vliegveld van Faro ligt. Vooral landende vliegtuigen geven wat geluidsoverlast, maar ja, dat is nu eenmaal onvermijdelijk. En onze ankerplaats is niet zo heel handig gekozen ten opzichte van in- en uitvarende bootjes van het haventje van Culatra. Bij tijd en wijle scheren ze voor of achter ons langs op de route naar Olhao. De schipper vindt het niet nodig om te verplaatsen!
Een van de mooie pleinen in Ayamonte.
Onze volgende bestemming is Ayamonte. Deze Spaanse plaats ligt aan de grensrivier. Op zaterdag 24 september staan we om 6.30 uur op, want in verband met een ondiepe drempel moet de rivier rondom hoog water aangelopen worden. In de jachthaven kan het zand en het zout weer eens van boot en dingy gespoeld worden. Ayamonte blijkt een leuke plaats, goed voor o.a. een hoognodig bezoekje van Jeanet aan de kapper. Een Nederlands/Engels stel heeft er een prima winkel met bootspullen waar ook de was gedaan kan worden. De temperatuur loopt in deze dagen flink op tot circa 30 graden. Op de fiets diesel halen in jerrycans bij een benzinepomp is dan een zweterig werkje!
Bij controle in het motorruim ontdekt Willem plakken zout op de bodem. Na enig speurwerk blijkt er een kleine lekkage bij de aansluiting van de koelwaterpomp te zitten, wat waarschijnlijk al enige tijd zo is. Het moet uiteraard wel gerepareerd, maar is geen urgent probleem.
Guadiana rivier, ooievaars.
Deze jachthaven is prima beschut en zou ook voor ons een goede winterligplaats kunnen zijn. Helaas blijken ze sinds 1 september geen gratis internet meer te hebben door een of andere maatregel voor overheidsinstellingen. De jachthaven wordt gerund door de autonome regio Andalusië en dit blijkt een belemmering te zijn om te kunnen onderhandelen over de prijs. Ze kunnen ons geen beter aanbod voor de winterstalling doen dan Albufeira, dus daarmee is ons besluit genomen: de Saudade gaat overwinteren in Albufeira.
Aan de steiger bij Alcoutim. Let op het voorbij drijvende takkeneiland.
De grensrivier, de Guadiana, is een aanrader dus na 4 dagen Ayamonte varen we de 18 mijl stroomopwaarts naar Alcoutim. Veel boten ankeren hier, maar er zijn ook twee drijvende steigers en als we er aankomen blijkt er toevallig nog een plekje vrij voor ons. Heel luxe liggen we voor € 7,50 per nacht, alles inclusief (om de doorstroming te bevorderen verdubbelt de prijs na de eerste week).
Alcoutim ligt aan de Portugese kant, aan de Spaanse kant ligt zusterstad Sanlucar de Guadiana. De rivier is hier circa 500 meter breed, met 1 uur tijdsverschil. Er is in het verleden veel strijd geweest tussen de twee steden, maar ook zijn hier vredesverdragen getekend. Op de rivier komen regelmatig bamboetakken voorbij gedreven, soms samengeklonterd tot kleine eilanden. Bij tijd en wijlen blijft het nodige achter het roer steken, wat met de pikhaak verwijdert moet worden.
Wij dachten dat het hier een mooie gelegenheid was om ons muskietennet voor over de kuip uit te proberen (een verbouwde tweepersoons, afgekeken van Paul en Mariëtta van de Nije Faam), maar de buren van de Engelse boot komen vertellen dat er bijna geen muggen zijn. Gelukkig maar.
Alcoutim aan de Guadianarivier.
Het is hier heerlijk rustig. ’s Avonds hoor je in de kuip de krekels en vaag mooie jazzmuziek uit de jaren 40 van het terras boven ons. Op dat terras is het trouwens ook goed toeven met een koud biertje, mooi uitzicht over de rivier en ontmoetingen met andere zeilers.
We bekijken het fort (het fort aan de Spaanse kant is vele malen groter en ligt hoger, dus volgens ons hadden de Portugezen geen kans hier), wandelen langs de rivier (een warm werkje, want het is ruim 30 graden en vrijwel geen wind), bezoeken het strand (nou ja strand, een heel klein strookje zand in een bocht van een zijriviertje) en bekijken Sanlucar (uitgestorven!). Ook is er op het plein bij de haven een feestmiddag voor ouderen uit het dorp en de omgeving met o.a. fado muziek. Er wordt veel gedanst en wij genieten daarvan mee vanaf het terras. Kortom, het is hier een klein paradijs.
De rivier 's morgens vroeg.
Zondag 2 oktober vinden we het tijd om weer stroomafwaarts te gaan en na 2 overnachtingen in Ayamonte varen we terug naar Albufeira. De afspraak voor de winterligplaats is snel gemaakt, onze voorkeursplek is mogelijk, we hebben een mooie lange zijsteiger met een middenbolder voor extra lijnen. We hebben er een goed gevoel over.
Tijd voor klussen. De acculader heeft het sinds Alcoutim begeven, zodat de accu’s niet meer bijgeladen worden met de walstroom. Geen nood dachten wij, we hebben de zonnepanelen om de accu’s overdag op te laden. Maar als ook deze acculader vreemde kuren gaat vertonen moet er echt iets gebeuren. Gelukkig blijkt dit laatste alleen een slecht contact te zijn. Ook moet de lekkage bij de koelwaterpomp verholpen worden. Willem heeft het er maar druk mee. Jeanet kan intussen de was weer eens doen, e-mailen en dit verhaal schrijven.
De komende dagen gaan we misschien nog een paar nachten terug naar Culatra, naar dat heerlijke strand. En we hebben voor 15 dagen een auto gehuurd om door Andalusië te trekken.
Zo begint het nu op te schieten tot we terug vliegen en dat wordt tijd ook. We willen jullie allemaal graag weer zien, spreken en aanraken!

maandag 19 september 2011

Lissabon en zuidwest Portugal

Een van de elevadores.
Dinsdag 30 augustus, Lissabon. In het metrostation is een dagkaart voor al het o.v. te koop voor
€ 4,60. Dat is zeker een aanrader, want deze stad is op zeven heuvels gebouwd zodat het regelmatig superstijl omhoog loopt. Even op een tram of bus stappen is dan wel zo handig. Ook zijn er vier elevadores in de stad waarmee je snel een stijl stuk kunt overbruggen. Op het grote plein aan de rivier, Praca do Comercio, nemen we tramlijn 28, dit blijkt ook gelijk de leukste te zijn. Door smalle straten, heuvel op en af. Je krijgt direct een goed beeld van de stad.
Er volgen een paar regenachtige dagen, waarvan we er een benutten om het oceanario te bezoeken.
Het is de grootste van Europa, onderdeel van het terrein van de wereldtentoonstelling 1998 en vlak bij de jachthaven. Prachtig met een centraal aquarium, waar je eerst op een hoog en later op een laag niveau vanuit alle mogelijke hoeken in kunt kijken. O.a. een manta - rog zweeft met een krachtige slag door het bassin en een sunfish zwemt heel grappig “op zijn zij”. Ook diverse haaien, andere roggen, baracuda en kabeljouwen. Er is heel veel te zien. Om het centrale aquarium heen komen alle oceanen aan bod met een specifiek eigen aquarium. Pinguïns, otters, zeeduivels en –paardjes, kwallen, koralen, anemonen, inktvis, zeesterren en heel veel prachtig gekleurde vissen. Te veel om op te noemen, kortom een aanrader!
Lily en Niek beschikken over een auto en geven ons een lift naar de Lidl. Zo kunnen we op een makkelijke manier de voorraden weer aanvullen. Fantastisch.       

Op vrijdag is er een tangosalon in een soort buurthuis. We kunnen er met de metro heen en vinden de locatie gelukkig snel. Het is gezellig druk, een goede vloer en dito muziek. Terug gaan we met de taxi.
Ook zondag kunnen we dansen dit keer in een zaaltje van een theater. Makkelijk bereikbaar met de bus en om 24.00 uur afgelopen, zodat we met het o.v. terug naar de boot kunnen. Ook weer gezellig druk, een prima vloer, maar wel een beetje klein en goede muziek. 

De salon op zaterdag is nog gesloten i.v.m vakantie. Een goede aanleiding om te proberen iets van de fado op te snuiven, daarvoor moet je in de wijk Alfama zijn. Lily en Niek van de Olim zien dat ook wel zitten en weten een leuk, goed restaurant waar we eerst gaan eten. Door de gezelligheid missen we bijna de fado (is maar tot 24.00 uur), maar op de valreep kunnen we nog genieten van de afsluitende nummers van een aantal zangeressen en een zanger.  

Pasteis de nata eten in Belem.
We fietsen een middag over het Expo terrein. Het is mooi aangelegd met veel parken en leuke moderne architectuur.
Na het weekeinde blijven we nog twee dagen om de stad te bekijken. Het worden twee zeer warme dagen. We bekijken de grote pleinen Restauradores en Rossio met daartussen de kleine hoekjes en pleintjes. We nemen de Santa Justa lift naar weer een hoger deel van de stad. Daar is de ruïnekerk, nog overgebleven na de grote aardbeving van 1755 met weer een schattig pleintje. Dan weer lopend naar beneden. Vervolgens de tram en bus naar het kasteel weer op een andere heuvel. Ook daar weer een oude wijk met smalle straatjes. De laatste dag besteden we aan een bezoek aan de wijk Belem nadat we eerst ’s morgens Lily en Niek uitgezwaaid hebben. De Belem - toren is ons belangrijkste doelwit, leuk voor een bezichtiging. Verder een groot klooster met een mooi park er voor en ten slotte koffie met pasteis de nata (bladerdeeg, eicreme, kaneel en poedersuiker) bij de confeitaria waar het oude recept indertijd herontdekt is. Zij maken de lekkerste en vanuit heel Portugal komen de mensen hier naartoe om deze lekkernij te eten, en terecht.
Cabo Sao Vicente
Woensdag 7 september varen we met het middagtij de Tejo rivier weer af en ankeren wederom bij Cascais. ’s Morgens in de jachthaven eerst nog de was gedaan en in de loop van de middag komt er een flinke wind van de bergen af, zodat deze op de ankerplek snel droogt. ’s Avonds blijken we een minder handige ankerplek te hebben gekozen, want de vissers varen vlak langs ons. Als blijkt dat de housemuziek op de kant tot 6.00 ’s morgens door gaat weten we het zeker: deze ankerplek en wij zijn geen vrienden!
Om 7.00 uur gaat de wekker voor de tocht naar Sines, helaas is er net te weinig wind om volledig te kunnen zeilen. Niek en Lily zijn daar al, evenals een aantal andere Nederlandse boten. We worden uitgenodigd voor het eten aan boord van de Olim. Zalig om na een lange vaardag niet te hoeven koken. Na een dagje keutelen in Sines vertrekken we zaterdag 10 september ’s morgens om 7.00 uur bij het eerste licht voor de lange tocht om Cabo Sao Vicente, de meest westelijke punt van Portugal.
Ook de Olim en de Serpendo met Hans en Gonny gaan vandaag.
Baai van Sagres met Cabo de Sagres op de achtergrond.
Helaas is er de hele dag weinig wind, maar in tegenstelling tot de vorige dag is er ook geen mist.
Onfortuinlijke Brit bij Alvor.
We zien een haai vlak bij de boot en drie maal dolfijnen die helaas maar kort bij de boot blijven. Leuke afleidingen. De kaap is prachtig en zo ook de ankerbaai van Sagres. Er is verder niemand dus dit is een volledig Nederlandse baai deze nacht. We hebben nog een paar gezellige uurtjes aan boord van de Olim om de ervaringen van de dag uit te wisselen.
Alvor bij nacht.
Vanaf nu gaat het oostwaarts, langs de kust van de Algarve. In de boeken ontdekken we een ankerplek op 18 mijl afstand, iets voorbij Lagos. Er is ’s morgens een lekker windje, dus we besluiten daar heen te gaan. Helaas valt de wind later helemaal weg. De ankerplek is in een ondiepe baai, dus we moeten vlak bij de ingang blijven liggen. Er is een vaargeul naar het dorp Alvor, maar die kan het beste kort na laag water bevaren worden, zodat je goed kunt zien waar de zandbanken lopen.
Hoe waar dit is zien we later die middag als een Brit 2 uur na hoogwater denkt de route te weten, maar hopeloos op een zandbank vast loopt en tot het volgende hoge water in de nacht op één kant ligt. De volgende ochtend, een half uur na laag water, varen we voorzichtig door de geul naar het dorp. Het is er vrij druk met geankerde schepen, maar voor ons is ook nog wel een plaatsje. Het water is er volledig vlak, totaal geen deining. Alvor blijkt een leuk oud toeristisch dorpje en als in de namiddag blijkt dat ook Frank en Marijke met de Sepia (al in Sines ontmoet) deze plaats uitgekozen hebben is dit een goede aanleiding om gevieren uit eten te gaan. Zij weten een leuk restaurant waar de kebab spiesen boven de tafel aan kettingen opgehangen worden, heel grappig en lekker.
De volgende dag fietsen we langs de kust richting Praia da Rocha. Deze hele kust staat vol met hotels en appartementen. De rotsformaties met de kleine strandjes zijn prachtig en trekken terecht veel toeristen. Wij gaan ook nog even lekker naar het strand bij Alvor. Het is een bloedhete dag zonder wind dus in het water is het goed afkoelen.
Kust Algarve.
Woensdag 14 september varen we de korte afstand naar Portimao, waar we ook weer goed kunnen ankeren. De Olim en later ook de Kairos met Jorg en bemanning liggen hier ook. ’s Avonds hebben we gezellige uurtjes met z’n achten in onze kuip.
Het wordt inmiddels ook tijd om ons te oriënteren waar de boot achter te laten deze winter. We hebben al een prijsindicatie van Ayamonte, een stukje verder oostwaarts en de eerste Spaanse plaats aan de grensrivier met Portugal. Maar Portimao zou ook een optie zijn, dus we informeren hier in de jachthaven. Er is in ieder geval plaats genoeg.
Na drie nachten hebben we een heerlijke zeiltocht naar Albufeira. Deze haven is perfect beschut tegen de wind en swell. We zouden hier de boot met een gerust hart achter laten, dus informeren we ook hier naar de mogelijkheden. Er is plaats en het is goedkoper dan Portimao. We hebben nog tijd om te beslissen.
Inmiddels zijn wel de tickets naar huis gekocht, de 28e oktober zijn we weer in het land.
Tot later!
   

vrijdag 2 september 2011

Noordwest Portugal en Porto

Vrijdag 19 augustus, vertrek bij het eerste licht om 7.30 uur uit de baai van Bayona,  66 mijl voor de boeg naar Leixoes, bij Porto. Nog maar net onderweg varen we alweer in de dikke mist, die gelukkig rond het middaguur grotendeels oplost. Dat is extra fijn, want na de grenspassage met Portugal neemt de intensiteit van de kkb’s sterk toe (dit zijn de visboeitjes en staken, door ons kleine klote boeitjes genoemd). Als ze een rode kleur hebben gaat het nog, maar vaak zijn ze wit of zelfs zwart en dan zie je die krengen ook zonder mist pas op het laatste moment. Er overheen varen is, vooral als je op de motor vaart, geen goed idee, want de lijn kan in de schroef komen en je kunt een flinke kras op de romp oplopen. Ze houden ons lekker bezig onderweg.
De haven van Leixoes is een industriehaven en staat bij yachties bekend als smerig, maar het valt ons mee. De jachthaven is aardig afgeschermd van de rest en is goedkoop, € 14,26, het goedkoopst tot nu toe. Maar de faciliteiten zijn dan ook wel behoorlijk in verval en warm water in de douche is schaars. We eten lekker voor weinig in een klein familierestaurantje, vooral de heerlijke kleine zwarte olijven verrassen ons.
Een nieuw land, nieuwe gebruiken. Zaterdag zoeken we ons eerst een breuk naar een bakker, blijkt in de confeiteria’s te zitten, en later naar een supermarkt. Die staan dus niet met grote borden aangegeven, je loopt er zo aan voorbij. Het is een hete, broeierige dag en het zonnezeiltje komt voor de tweede maal deze reis uit de schuur (achterkajuit). Later doet hetzelfde zeiltje dienst tegen de regen.

Dom Louis I brug, Porto


De volgende dag gaan we naar Porto. Eerst een half uurtje lopen naar de metro en dan nog een half uurtje met de metro zelf, grotendeels bovengronds. De stad ligt prachtig aan de rivier de Douro maar er is wel veel vergane glorie, veel is in slechte staat. Na de oversteek over de bovenste etage van de Dom Louis I brug naar de stad aan de andere oever van de Douro, Gaia genaamd, neemt Willem de kabelbaan naar de kades. Dit is niet Jeanet haar ding, zij loopt, spaart
€ 5,- uit en is bijna even snel beneden. Hier bezoeken we een portwijnhuis met een proeverij. Er is toevallig een fadofestival op de kades en daar genieten we nog een uurtje van.

Porto
Porto

Porto

Maandag keutelen we wat. Boodschappen doen o.a. een nieuwe gasfles voor € 12,- (kost in Nederland €32,-!) en de was laten doen, maar dit is toch wel een beetje duur, € 2,10 per kilo voor wassen en drogen. Maar dan krijg je het wel keurig opgevouwen terug. Op dinsdag gaan we nog een halve dag naar Porto, nu naar de winkelstraten en de markt. We vinden een kleine ventilator die op 12 volt verkoeling kan geven, we hopen hem verder naar het zuiden nog nodig te hebben. En het is ongelofelijk, maar in deze hele grote stad komen we voor de derde keer dezelfde Française tegen. Zondagmorgen in de metro “bespraken” we welk station we uit moesten stappen, ’s middags op de terugweg troffen we haar weer bij de kaartjesautomaat en nu weer op de markt. Dat bespreken blijft trouwens erg beperkt, want zij spreekt alleen Frans en die taal is bij ons erg beperkt.
Onze volgende bestemming is Figueira da Foz, een toeristische stad ruim 60 mijl naar het zuiden. Weer een lange vaardag, maar prachtig weer deze woensdag. Noordelijke wind, deels genoeg om te zeilen. De kust is hier een beetje saai, kilometers lange zandstranden met af en toe een plaats met de nodige flats. Figueira da Foz blijkt ook een beetje saai.
Penedo da Saudade
Tijdens de voorbereiding hebben wij gelezen over “de Portugese noord”. Hiermee wordt de harde noorden wind bedoelt welke hier meestal staat. Dat wordt makkelijk en snel zeilen dachten wij. Momenteel is deze wind alleen ver uit de kust te vinden, sterker nog, er is regelmatig zuidelijke wind. Ook voor een aantal dagen van de volgende week wordt dit verwacht. Dat schiet dus niet echt op. En aangezien we het volgende weekeinde in Lissabon willen zijn om daar tango te kunnen dansen laten we een mogelijkheid om op straat tango te kunnen dansen hier in Figueira het komende weekeinde voor wat het is.
Vrijdag 26 augustus vervolgen we onze route naar het zuiden. Nazaré is de bestemming. De wind lijkt veelbelovend dus zeil gezet, windvaan aangekoppeld en lekker genieten. Helaas zakt de wind weer in en de voorspelde swell van 1,5 meter wordt 2,5 meter. Flink rollen en klapperende zeilen dus. Maar na een paar uurtjes op de motor kunnen we Penedo da Saudade wel zeilend passeren.
Baai van Nazaré met de jachthaven op de achtergrond
Nazaré blijkt een leuke plaats met een groot strand. Vooral het bedevaartsoord boven op de kaap, Sitio genaamd, is nog mooi, maar wel heel toeristisch. De jachthaven is vrij ver buiten de plaats dus we nemen de fietsjes, maar naar boven is het te stijl en moeten we lopen. Op de klif heb je een prachtig uitzicht over Nazaré en de baai.
De kerk uit de 17e eeuw is een populaire trouwlocatie op deze zaterdag, aan de omvang van de Mercedessen en Audi’s te zien voor de beter gestelden. In de paar uurtjes dat we er zijn zien we twee bruidsparen.
Het volgende traject naar Cascais is weer een lange tocht. De excentrieke Britse havenmeester geeft ons een tip over een langere maar snellere route.

Kerk Sitio
Door 4 mijl uit de kust te gaan ontloop je de tegenstroom en heb je misschien wat stroom mee. De 70 mijl leggen we af met een gemiddelde snelheid van 6 knopen, inderdaad boven ons normale gemiddelde. Het is prachtig weer, maar helaas komt de voorspelde 4 Bf noordenwind niet en gaat alles op de motor. Om 19.00 uur gaan we bij Cascais, in de monding van de Tejo rivier, voor anker. We liggen nu dus eigenlijk op de rede van Lissabon. We zijn moe van de lange vaardag, maar helaas is er nogal wat herrie want op de wal is een live concert. Ondanks dat kruipt Jeanet rond 23.30 uur in haar kooi. Echter, de lange dag krijgt nog een vervolg. Om 00.00 uur komt er een politieboot langszij en vertelt aan Willem dat we weg moeten want er gaat vuurwerk afgeschoten worden precies boven de baai waar wij liggen. Mopper, mopper, mopper. Hadden ze dat niet even eerder kunnen zeggen? Dus Jeanet weer uit bed, de motor gestart en het anker opgehaald. We zijn nog maar 10 minuten weg van onze plek of er barst een prachtig vuurwerk los. Wij varen naar de andere kant van de baai. Gelukkig is die vrij van ondieptes en rotsen, maar niet van kkb’s. Goed opletten dus. Als wij ruim een uur later weer geankerd liggen is het vuurwerk allang achter de rug.
De volgende ochtend willen we eerst tanken in Cascais. Als we de jachthaven invaren naar de tankstijger is een groot klassiek Engels jacht ons net voor. Die gaat richting Middellandse zee en gooit de tanks nog “even” vol met 6.000 liter diesel, dat kost dus wat tijd. We twijfelen, zullen we wachten of tanken we later? Andere Nederlanders maken aan ons vast, zij willen eigenlijk ook tanken maar hebben geen zin om te wachten. Zij gaan eveneens naar Lissabon, naar de Expo haven want die is schoner en goedkoper dan het Alcantara Doc waar wij eigenlijk heen zullen gaan. Na 1,5 uur zijn wij dan eindelijk aan de beurt om te tanken en blijkt dat er veel meer diesel in de tank gaat dan we dachten. Hoe kan dat nou? Er is toch geen lek? Nee hoor, door een ordinaire rekenfout blijkt dat we nog maar circa 10 liter in de tank hadden. Gelukkig besloten we dus te wachten en hebben we geen verstopte filters gehad (overigens hadden we nog wel 100 liter diesel in jerrycans).
We besluiten door te varen naar de Expo haven om daar eerst te kijken of die ons bevalt. Het is wat verder van het centrum dan het Alcantara Doc, maar dit doc ligt dicht bij de brug over de Tejo en dat schijnt veel herrie en vuil te geven. Het zicht op Lissabon vanaf de rivier is prachtig.
De Expo haven is onderdeel van het terrein van de wereldtentoonstelling van 1998. Het blijkt er super rustig, schoon en leeg. De Nederlanders waar we deze tip van kregen zijn er vreemd genoeg niet, maar we worden heel hartelijk ontvangen door het havenpersoneel en Lily. Zij en Niek liggen hier al 11 maanden en we hebben gezellige uurtjes met elkaar.
Aanloop Lissabon met Belem toren
Volgende keer lezen jullie meer over Lissabon.



zondag 21 augustus 2011

Rias Bajas

Dolfijnen hebben een school vis omsingeld.
Oftewel, vrij vertaald, de beneden ria’s. Hiermee worden de ria’s onder kaap Finisterre aangeduid.
Maar voor we daar zijn moeten we dus eerst nog deze kaap passeren. Maandag 8 augustus zouden we eigenlijk op weg naar, in eerste instantie, Camarinas. Maar ’s morgens blijkt de wind nog steeds zuidwest, dus stellen we het vertrek uit. En zoals elk nadeel heeft ook dit zijn voordeel. We liggen in La Coruna beter beschut voor de harde noordoosten wind van de komende dagen en we hebben gezellige uurtjes met Frieder, Gunter, Jorg en Uli onder andere tijdens een heerlijk visdiner aan boord van de Kairos. Op zondag is hier de Nederlandse flottielje welke naar de Azoren is geweest aangekomen. Zij waren op weg naar Falmouth, zuid Engeland, maar naar hier uitgeweken voor een van de vele depressies. Nu is er veel georganiseer van het omboeken van tickets voor opstappers en kinderen die weer naar school moeten.
In La Coruna vinden we een goede, actieve USB verlengkabel zodat we onze internetontvangst kunnen verbeteren door de antenne hoger te hijsen. En in de 4 Hak-potjes die in de Fishler snelkookpan (4,5 liter) passen wordt weer vlees gewekt. Dat werkt vrij goed, hoewel de deksels kwetsbaar zijn. De nieuwste aanwinst is een kleine elektrische waterkoker die we in de haven gebruiken, de elektriciteit is hier inclusief en dat spaart gas. We blijven wel Nederlanders natuurlijk.
Van het weerprogramma wat we gebruiken, zygrib, blijkt een nieuwe versie te zijn. We installeren het op de laptop in de receptie van de marina, want aan boord is de ontvangst hiervoor te zwak. Er zit een fantastische uitbreiding in met informatie over golfhoogte en richting. Voor de liefhebbers: te vinden op de site van Zilt magazine onder free downloads.
Op donderdag 11 augustus is de wind geluwd en varen we naar Camarinas, grotendeels zeilend. Ook de Kairos gaat daar heen, maar is veel sneller. Tijdens het passeren maken we foto’s van elkaar.
Op weg naar Camarinas.
Onderweg zien we twee maal dolfijnen. De eerste keer heel kort en de tweede maal zien we vlak bij de boot een groep dolfijnen die een school vissen omsingeld heeft en daar doorheen duikt om er lekker van de smullen. Twee zijn er zo nieuwsgierig dat ze dit feestmaal even verlaten en bij ons komen kijken. Een bijzonder schouwspel.
De volgende ochtend is de Kairos al vroeg vertrokken naar Bayona. Zij moeten de 17e in Lissabon zijn en mijlen maken. Vandaag dus om kaap Finisterre. Volgens de verwachting zal de wind noordelijk 4 a 5 Bf zijn. ’s Morgens is er geen wind en het zicht slecht, maar tegen de tijd dat we Finisterre naderen begint er wat wind te komen en klaart het op. En hoe goed we ook ons best gedaan hebben een rustige dag uit te zoeken om deze kaap te passeren, tegen de tijd dat we er voorbij zijn hebben we uitschieters tot ruim 30 knopen, 7 Bf. Maar we zeilen heerlijk, er is geen swell meer en de golfhoogte blijft beperkt.

Kaap Finisterre.

Vissersvloot Muros.
Onze bestemming is het plaatsje Muros in de gelijknamige ria. Tegen de tijd dat we daar zijn is het windstil en prachtig warm weer. Zo hebben we heel wat verschillende weertypen gehad op één dag.
Bij het ankeren hebben we een tweede poging nodig, er is hier nogal wat wier op de bodem. Willem is heel blij met de nieuwe elektrische lier die de 40 meter ketting voor hem omhoog haalt.
De rubberboot wordt weer gelanceerd en aangezien we dicht bij de kade liggen roeien we naar het leuke oude plaatsje. Hier hebben we optimaal profijt van onze internetantenne, want we kunnen een onbeveiligd netwerk oppikken. Weliswaar zwak, maar genoeg om een nieuwe grib-file op te halen.
Zaterdag varen we door naar de volgende ria, de Ria de Arousa. Dit is de grootste van de rias bajas en we ankeren bij het plaatsje Caraminal, een van de vele tips die we van Bart en Marga in Camaret gekregen hebben. Dit is ook weer een leuk oud stadje met kleine straatjes en leuke pleintjes.
De hele dag is het al op en af met het zicht en ’s avonds trekt het helemaal dicht. De hele zondag is het regenachtig en is er nauwelijks zicht, wij blijven lekker liggen. Deze kust doet zijn bijnaam, Costa de la Muerte, eer aan. In het verleden zijn hier veel schepen vergaan onder andere doordat er vaak mist is.
In de derde ria, Pontevedra, gaan we voor anker bij het plaatsje Combarro. Dit blijkt een heel bijzonder plaatsje. Zeer oud, de huizen met de graanschuurtjes er voor staan tot aan de waterkant en daarachter smalle stegen en pleintjes.
Combarro
 ’s Avonds blijkt er een processie door het dorp te gaan, maar helaas, we hebben geen fototoestel bij ons. Augustus is hier zo wie zo feestmaand. Met enige regelmaat staan we voor een vaste deur van de supermarkt en op de meest onmogelijke tijden schrikken we ons een hoedje van de harde knallen van vuurwerk. Maar deze avond kunnen we dan toch genieten van een prachtig siervuurwerk boven de stad Pontevedra. Ook de volgende dag is het nog feest in Combarro met ’s avonds live muziek op een groot plein zodat de voetjes weer eens van de vloer kunnen.

Combarro

De laatste van de goed bevaarbare rias bajas is de Ria de Vigo. Woensdag 17 augustus ankeren we aan de noordwestkust van deze ria in een baai met een prachtig groot strand, een tip van één van de Azoren - vaarders. En wat voor een, een absolute topper! We blijven er twee dagen. Met de wandelpoles maakt Jeanet een wandeling door het duingebied achter het strand, wat heel erg Nederlands aandoet. Onze voorlopig laatste nacht in Spanje brengen we geankerd door in de baai bij Bayona. We verlaten de Spaanse wateren met enige weemoed, maar gaan een nieuwe mijlpaal in ons zeilerbestaan beleven: Portugal, oftewel het land van saudade.

Playa de Barra, Ria de Vigo.
En zo zijn wij dan op de helft van onze tijd gekomen. Het is werkelijk fantastisch om zoveel tijd te hebben en de boot niet terug te hoeven varen.
Groeten vanuit Leixos (bij Porto), onze eerste Portugese haven.

zondag 7 augustus 2011

Costa Verde en La Coruna

Maandag 1 augustus varen we naar La Coruna, Galicië, noordwest Spanje. We zijn twee maanden onderweg, het lijkt veel langer. Dit is toch een beetje een bijzondere plaats, omdat vrijwel alle zeilers die naar het noorden dan wel het zuiden op weg zijn hier binnenlopen, vaak als eerste of laatste haven om de Golf van Biskaje over te steken. In 2005 was dit ook onze eerste Spaanse haven en we bewaren er heel goede herinneringen aan. Inmiddels is er wel een en ander veranderd. De jachthaven waar we nu liggen had toen slechts één steiger en veel last van swell. Nu is er ligplaats voor 700! boten en zorgen drijvende golfbrekers er voor dat de swell grotendeels buiten de deur blijft. Wat niet verandert is, is het grote aantal nationaliteiten: Noren, Zweden, Duitsers, Engelsen (eentje op een Jongert van 29 meter!), veel Fransen, een enkele Belg en ook een aantal Nederlanders.
’s Avonds gaan we de stad in en de herinneringen komen snel terug. Oh ja, daar hebben we gegeten met Paul en Mariëtta en daar is nog steeds de supermarkt en ja hoor, el Rey del Jamon is er ook nog.
Het is enorm druk in de stad, want op het grote plein blijkt er een optreden van, zeg maar, de Spaanse Marco Borsato. In de smalle straatjes zitten de terrassen overvol en het eten wordt de mensen bijna uit het bord gelopen. Maar voor ons is er ook nog wel een plekje en het koele bier smaakt prima.

De voorgaande twee nachten hebben we in de perfect beschutte baai van de Ria de Cedeira voor anker gelegen. Het was mooi zomerweer, zonnig en circa 23 graden. Met de rubberboot konden we naar een strandje en we hebben zelfs gezwommen! Wij vinden het water hier nog wel koud, hoor.

Onze autotrip langs de Costa Verde was een erg leuke onderbreking. Zoals de naam al aangeeft is deze noordkust van Spanje heel groen en heeft best flinke bergen, mooie zandstranden en veel forelrivieren.
De wegen zijn prima over heel veel viaducten en door tunnels. Er zijn de nodige wegen bijgekomen die ons navigatiesysteem niet kent, dus dat betekent dat we nog wel eens om moeten draaien. De afstanden zijn best groot, we komen uiteindelijk bijna tot aan Santander waar we het museum van Altamira bezoeken. Hier zijn grotschilderingen van bizons gevonden uit 15.000 – 12.000 v.C. Van het origineel is niets te zien, een beetje teleurstellend. De plaatsjes langs de kust zijn heel druk met toeristen, vooral Spanjaarden, zodat een parkeerplek niet te vinden is.
We vonden een hotelkamer voor twee nachten in een bergdorpje in de uitlopers van de Picos de Europa, aan de looproute naar Santiago de Compostela. In een van de twee restaurants in het dorpje wordt de lokaal gemaakte cider op een speciale manier ingeschonken: met gestrekte arm wordt de fles boven het hoofd gehouden en een bodempje cider in het glas op kruishoogte gemikt, wel boven een opvangbak. En dan het glas in één teug leegdrinken.
Voordat we weer richting de boot rijden, maken we een prachtige tocht door de Picos de Europa met als hoogste top 2.648 meter. We hebben mazzel: het is heel mooi weer en er is bijna geen wolkje in de bergen. Eerst gaat het door een smalle kloof, dan stijgen we naar een pas op 1.290 meter, over de hoogvlakte met een spaarbekken en vervolgens via heel veel haarspeldbochten weer naar zeeniveau. Vermoeiend rijden voor Willem, hij krijgt lamme armen van al dat sturen.       
Bij terugkomst in Viveiro ligt de Saudade nog keurig op ons te wachten. Dit is dan ook een prima plek om de boot achter te laten: ver in de ria dus geen last van swell, goed beschut tegen eventuele harde  wind, relaxed havenpersoneel en niet duur (€ 18,-, het goedkoopst tot nu toe).

De afgelopen dagen passeerden er weer een aantal depressies wat zuidwestelijke wind gaf, pal tegen dus. Het weer is dan ook nog steeds niet stabiel, zonnige dagen worden afgewisseld met regenachtige. Hier in La Coruna hebben we gewacht tot de wind weer noordelijk wordt om richting kaap Finisterre te gaan. Waarschijnlijk gaan we morgen naar de Ria de Camarinas, daarna komen er een aantal dagen met harde noordoosten wind die we even afwachten. Kaap Finisterre is namelijk weer zo’n punt waar het flink kan spoken en waar je een beetje rustige omstandigheden wilt hebben om te passeren.
De tijd hier wordt goed benut, want het grootzeil moet gerepareerd. De hoesjes van de zeillatten vertonen slijtageplekken aan de mastzijde. De Elna naaimachine is mee aan boord en speciaal voor dit soort klussen uitgekozen; hij stelt ons niet teleur en kan de stofdikte net aan.
In een café niet ver van de jachthaven hebben we aantal leuke avonden met veel bier. We leren er Dirk kennen, een Nederlander die hier al een tijdje woont en een winkeltje heeft met spullen uit India, Nepal en Thailand.

Stadhuis La Coruna
 En vanmorgen bij de eerste blik uit de kuip een hoop gezwaai van een boot schuin achter ons. Het is de Kairos uit, ja wel, Den Oever met Frieder en zijn bemanning. We wisten dat ze op het punt stonden
Biskaje over te steken en hadden de afgelopen week het weer in de gaten gehouden. Ze hadden een goede oversteek en zelfs walvissen gezien, maar wel korte tijd veel wind gehad tot zelfs 9 Bf.
Vanavond hebben we hier na twee maanden eindelijk weer eens tango kunnen dansen. Het was gezellig druk en duurde tot ongeveer 22.30 uur. Heerlijk, dat missen we wel maar we krijgen er veel voor terug.
Hasta luego!

.