de saudade

de saudade
Saudade voor de noordkust van Spanje

dinsdag 26 juli 2011

Oversteek Golf van Biskaje

Donkere luchten boven de Ville Close in Concarneau.
Het vorige blogbericht hadden we nog heel optimistisch de toevoeging “deel 1” gegeven, want we waren van plan om nog veel meer van zuid Bretagne te bekijken. Maar na dagen van regen, regen en nog eens regen in Concarneau en een voorspelling van nog meer regen in de loop van het komende weekeinde besluiten we de eerstvolgende mogelijkheid om de Golf van Biskaje over te steken te benutten. In noord Spanje is het ook niet echt goed zomerweer, maar we zijn dan in ieder geval weer een stuk zuidelijker.
Het is hier zo ongeveer de koudste plek van noordwest Europa, 17 a 18 graden en regelmatig veel wind. ’s Avonds hebben we de elektrische kachel aan en de warme kleren moeten nodig gewassen.
Zoek de Saudade.
Willem trekt een nieuwe draad naar het leeslampje, want deze doet het sinds eind vorig seizoen niet meer en een draadbreuk blijkt de oorzaak. We hadden geen elektriciteitsdraad aan boord, maar geen probleem denk je dan, dat halen we even in het dorp. Dat valt in Concarneau dus niet mee. In geen enkele winkel op loopafstand is het te koop. Een giga supermarkt op 20 minuten fietsen heuvel op door de regen blijkt het wel te verkopen, dus Willem heeft een goede training voor de beenspieren.
De terugreis gaat in 5 minuten.
Op een avond is Willem een beetje ruig aan het kokkerellen, is er plots een enorme herrie. De onlangs aangeschafte koolmonoxide-/rookmelder gaat af. En aangezien Jeanet voor vertrek haar oren heeft laten uitspoelen kan zij deze herrie absoluut niet verdragen. Toch maar even de handleiding bestudeerd hoe dit alarm makkelijk afgezet kan worden.
We bezoeken het museumpje van het biologisch maritiem instituut. Er zijn o.a. een aantal leuke aquaria met lokaal onderwaterleven van de Ile de Glenans (een eilandengroep vlak voor de kust).
De 8e nacht in Concarneau krijgen we gratis. Dit is tevens onze laatste nacht hier, want vrijdag 22 juli beginnen we aan de 300 mijl lange oversteek van de Golf van Biskaje naar de Ria de Vivero in noordwest Spanje. We rekenen met een gemiddelde van 5 mijl per uur, dus dat betekent circa 60 uur varen.
Om 8.30 uur gaan de trossen los. Eerst is er nog weinig wind, maar in de loop van de dag komt er genoeg om te zeilen uit noordelijke richting en dit blijft zo tot de volgende ochtend. We bedenken ons dat dit de eerste keer is dat we een hele nacht hebben kunnen zeilen. Meestal valt de wind in de nacht weg en gaan we op de motor verder. En, ja hoor! Dolfijnen bij de boot, maar liefst 3 keer de eerste dag. Groepjes van ongeveer 8 o.a. een moeder met een jong. Wij waren vast een goed oefenobject voor het jong, want wij gaan niet zo heel snel. Ze zwemmen een tijdje met ons mee, vaak twee aan twee. Vooral net voor de boeg vinden ze blijkbaar heel leuk, ze komen heel dicht bij maar raken de boot niet aan. Vaak naderen ze schuin van achteren met een golf mee en duiken dan onder de boot door, een geweldige belevenis!
Op zaterdag zien we nog eenmaal dolfijnen, maar ze komen niet dicht bij en zijn weer snel verdwenen. In de loop van de dag komt er weer genoeg wind om te zeilen, ditmaal meer uit het noordwesten, en ook deze nacht blijft dit zo. Maar in de loop van de nacht krijgen we regelmatig motregen en dit blijft tot de aankomst in de Ria de Vivero. Boven de kust hangt heel lage bewolking en trekt het regelmatig helemaal dicht met mist. Eenmaal in de ria (een fjordachtige inham) trekt de mist wat op en kunnen we direct genieten van de prachtige ruige natuur hier. Flinke bergen met veel groen en hier en daar een dorpje. En het ruikt hier heerlijk, boslucht.
Al met al hadden wij een prima oversteek in 54 uur. De windvoorspelling kwam perfect uit, de motregen hadden we niet uit de gribfiles gehaald.

Bijna in Spanje!


Onze aanloophaven is best al westelijk. Met dit onstabiele weer kan het lastig zijn om naar het westen te komen, dus hierdoor voorkomen we dat we te weinig tijd overhouden voor zuidelijker streken. Ook de ronding van kaap Finisterre kan nog lastig worden, want we zien daar vaak veel wind staan. De plaatsen in het oostelijke deel van deze kust gaan we per auto verkennen, want we hebben er een gehuurd voor 3 dagen.

Maandag 25 juli gaan we eerst maar eens het dorpje Vivero bekijken en we zijn gelijk helemaal happy.
Smalle straatjes, pleintjes met terrassen, we voelen ons er direct thuis. Het weer is best aardig, wel bewolking maar droog en circa 22 graden. Het is gezellig druk, want het is hier een feestdag. Lekker geluncht voor € 15,- inclusief drank. We weten het nu zeker: ons besluit om eerder naar Spanje te gaan was
 een heel wijs besluit.
Ria de Viveiro

zondag 17 juli 2011

Bretagne, deel 1

Op maandag 4 juli varen we van l’Aberwrac’h aan de noordkust van Bretagne naar Camaret sur Mer.
Dit badplaatsje ligt aan de westkust en aan het begin van de grote baai naar Brest. In het Chenal du Four, de passage tussen het vaste land van Bretagne en het eiland Ouessant, zien we dolfijnen helaas niet bij onze boot, maar ze zwemmen wel mee met andere boten en we zien de ruggen af en toe boven komen. Weer geen foto dus.
We hoopten inmiddels zuidelijk genoeg te zijn om de oceaandepressies boven ons langs te zien gaan, maar helaas komt er de komende dagen weer eentje de golf van Biskaje in met harde wind, veel regen en maximaal 20 graden. Zeker nog geen stabiele situatie dus. We twijfelen of we in Brest zullen gaan liggen maar we kiezen toch voor Camaret, want de weerssituatie kan altijd nog meevallen en dan zijn we sneller weer op weg.
De voorraden moeten hier en daar aangevuld worden, dus dat betekent veel heen en weer op de fiets naar de supermarkt met de rugzakjes. Wij vinden het altijd leuk om in de buitenlandse supermarkten te neuzen wat voor “lekkere”, handige zaken er in blik te verkrijgen zijn. Dat “lekker” moet je even uitproberen en dat gaat wel eens mis. Zo hadden wij laatst een blik waarvan wij dachten dat er o.a. aardappeltjes in zaten maar dit bleek iets met noedels te zijn. We hebben het opgegeten, maar er komt geen voorraad van aan boord. Daarentegen zijn de linzen met rundvlees en worteltjes en de zuurkool met worst wel voor herhaling vatbaar. Ook kopen we hier een nieuwe overzeiler van de Golf van Biskaje, want op onverklaarbare wijze zijn de overzeilers bij het uitsorteren van de kaarten op zolder in Alkmaar beland.

Camaret sur Mer
In plaats van zelf met de boot naar Brest te gaan nemen we de bus. Het is een prachtige rit van bijna 2 uur voor maar € 2,-  door een bosrijk natuurgebied, maar Brest zelf mis je niets aan.
We maken een korte wandeling in de omgeving van Camaret en Jeanet bekijkt de markante toren op de kop bij de jachthaven. De architect van deze toren, Vauban, heeft in de 17e eeuw heel veel forten ontworpen om vooral de Nederlanders en Engelsen buiten de deur te houden. We komen ze in dit gebied op veel plaatsen tegen.
De Saudade ligt aan extra lijnen met de schokdempers om de swell, die met name bij hoog water de haven binnen komt, op te vangen. We gaan op de koffie bij Bart, Marga en Axel van de Emma. Zij zijn een jaar weggeweest, hebben overwinterd in zuid Portugal en zijn nu weer op de terugweg. We zijn heel blij met de uitgebreide en waardevolle tips.


Na 5 dagen in Camaret knapt het weer op en vertrekken we voor een kort tochtje naar Morgat.
Er staat nog een flinke swell en we zijn blij met onze keuze om de Raz de Sein, een beruchte passage  tussen de rotsen van de westpunt van Bretagne en het eiland Sein, pas morgen te nemen.
Wel nemen we vandaag de passage Toulinguet en die vinden we al spannend genoeg.
De kust is hier prachtig ruig en we ankeren in de baai voor het strand van Morgat.
   
De Raz de Sein is het neusje van de zalm voor wat betreft de stroomgaten in west Europa. De nautische almanakken beschrijven de passage uitgebreid en drukken ons op het hart om toch vooral bij dood tij te passeren. Dus rekenen we, controleren we, lezen en herlezen alle aanwijzingen drie, vier, vijf keer en controleren nogmaals hoe laat we dan op het juiste punt moeten zijn. En stemmen ons vertrek uit Morgat daar keurig op af.
Het is eendekukeltjesweer (is dat Tessels?) en als we exact op het gewenste moment in de Raz zijn, is deze totaal blak! Geen oprispend golfje, geen draaikolkje, geen rimpel. Dan ziet de race van Alderney er heel wat spectaculairder uit, maar die passeerden we met stroom mee. Een klein beetje teleurgesteld over deze anti-climax zijn we toch blij dit lastige punt onder deze kalme omstandigheden gepasseerd te zijn.
Raz du Sein 

We ankeren bij Ste Evette, nabij Audierne, en de rubberboot wordt opgeblazen. In eerste instantie loopt de buitenboordmotor niet lekker, maar nadat de bougie is vervangen gaat het weer als vanouds. Willem borstelt gelijk de waterlijn maar even schoon, want daar heeft zich al aardig wat aangroei op vastgezet doordat we wat dieper liggen dan de lijn van de antifouling.  

Maandag 11 juli ronden we dan uiteindelijk Pointe de Penmarc’h en vanaf nu zijn we echt in zuid Bretagne. Het is mooi rustig weer en we hebben goede berichten over de Odet rivier gelezen. Dat is dus ons doel voor vandaag en de werkelijkheid voldoet ruimschoots aan de verwachtingen. De rivier stroomt prachtig tussen de bossen met hier en daar een kasteel en we vinden een goede ankerboei. De rivier stroomt nogal hard, vooral als het uitgaand tij is, en dan liggen we liever niet aan ons eigen anker. We genieten volop!

Odet rivier

De volgende dag is een beetje een sombere dag, er wordt regen voorspeld welke uiteindelijk bij ons weinig voorstelt. We overnachten in Benodet, aan het begin van de Odet rivier maar het plaatsje blijkt weinig charme te hebben. Wel hebben ze er goede wasmachines en drogers.

Er komt weer een depressie richting Engeland aan lezen we op het langetermijn navtex bericht van de Engelse weerdienst. Het is even afwachten hoeveel effect dit op het weer in onze regio zal hebben, maar de verwachting voor het komende weekeinde welke bij het havenkantoor hangt is niet erg bemoedigend: toenemende wind, regen en 16 graden! Zomer in Frankrijk lijkt veel op zomer in Nederland. Vandaag en ook morgen, 14 juli de nationale feestdag van de Fransen, is het echter nog prachtig weer. We besluiten het bezoek aan Concarneau met een dagje uit te stellen en nog een nacht op de Odet rivier door te brengen. We liggen weer aan dezelfde ankerboei en hebben een leuke tocht met de rubberboot in een inham, waar ook weer een kasteel blijkt te staan.

Op de Odet rivier
Op 14 juli varen we naar Concarneau. De jachthaven ligt vlak bij de Ville Close, de oude ommuurde stad. Er is nog veel van in tact en volledig aan het toerisme overgeleverd. Het is er gezellig druk met live muziek en aan het einde van de middag hebben we Den Oeverianen op bezoek: Michelle, HJ en vriendin Marja. Altijd leuk om lieve vrienden in den vreemde te treffen. De volgende dag worden we door hen getrakteerd op een heel gezellige en lekkere lunch. Ook dit is volop genieten!

Helaas hebben de weergoden besloten dat de depressie ook het weer in de golf van Biskaje gaat verpesten en wij krijgen er dus ons deel van. Wij vermaken ons in die tijd hier in Concarneau.

dinsdag 5 juli 2011

Normandië

Toch wel raar dat wat we 6 dagen terug op de grib files zagen, uitgekomen is. Want vrijdag 24 juni liggen we in Dieppe en veel van de boten die maandag in de regen hierheen gevaren zijn liggen hier nog. Het was wel een pittige tocht en spannend, want de wind van 4 Bf zou van west naar west-zuid-west ruimen en toenemen. Gelukkig bleef het net bezeild. Er stonden nog flinke golven als gevolg van de harde wind van de afgelopen tijd en we krijgen regelmatig water over dek. Het blijkt dat Willem hier en daar nog wat plekjes van nieuwe kit moet voorzien, maar de nieuwe zeilbroek van Jeanet heeft de test goed doorstaan. Dieppe is een heel aardig oud stadje, met veel toerisme. We blijven er twee nachten en zondag 26 juni varen we op onze eerste zomerse dag naar Fécamp. In eerste instantie zouden we vanuit Dieppe rechtstreeks naar Cherbourg varen (circa 20 uur), maar de voorspelling van dikke mist en onweer met windstoten weerhoud ons van dit plan. Het is beklemmend warm, circa 27 graden, 10 graden hoger dan gisteren! De tocht langs de hoge, steile krijtrotsen is prachtig.
Op dit traject Boulogne – Dieppe – Fécamp komen we veel dezelfde mensen tegen, vooral veel Nederlanders. Een deel gaat ook verder door naar het zuiden, maar de meesten gaan tot noord Normandië. We hebben gezellig uurtjes met Alexandra en Stef van de Octopus.

Fécamp is bekend om de DOM Bénédictine likeur. Eind 19e eeuw was er een slimme wijnhandelaar die een oud recept van een Benedictijnenmonnik herontdekte, een beetje aanpaste en het commercieel in de markt zette. Hij bouwde een extravagant paleis waar het drankje tot op heden gemaakt wordt.




Kist met 8 grendels en één sleutel; uit de tijd dat slotenmaken nog een vak was!


 








 
Ook zijn kunstverzameling is hier uitgestald. De bezichtiging is een leuke tijdsbesteding voor een regenachtige middag, met aan het einde natuurlijk een proefje van de likeur en de onvermijdelijke shop.

We maken een bustrip naar Etratat, waar moeder natuur een paar mooie poorten in de kliffen heeft gemaakt. Het is een leuke rit van een half uur. Het plaatsje zelf blijkt heel toeristisch, we beklimmen aan een kant de klif en hebben zo een prachtig uitzicht. Gelukkig is het heel helder, wat de komende dagen aanhoudt. Er is namelijk een hogedrukgebied in aantocht met niet heel erg warm weer, zodat de kans op mist en onweer klein is. We gaan mijlen maken!
’s Avonds hebben we Jean Heilbroeck van de Chartist Lady aan boord om hem aan zijn email te helpen. Jean heeft in jongere jaren de wereld low-budget rond gezeild en heeft daar een boek over geschreven, niet in onze boordbibliotheek aanwezig maar wel op zolder in Alkmaar. Al snel wordt duidelijk dat het boek aan de 6e druk toe is en dit heeft hem blijkbaar geen windeieren gelegd, want de moderne tijd heeft dus ook bij hem zijn intrede gedaan.

Etratat
Vrijdag 1 juli staan we super vroeg op om nog een deel van de stroom mee te hebben voor de 80 mijl naar Cherbourg, onze langste dagafstand ooit. Om 4.30 uur varen we bij het eerste ochtendlicht de haven uit. ’s Morgens is er nog een lekker noordelijk windje, maar helaas zakt deze in de loop van de dag in. Onderweg passeren we de 0 graden meridiaan, zodat we nu op het westelijk halfrond zijn. Bij nadering van Cherbourg hebben we 4,5 knoop stroom mee, wat bij de landpunten zeer onrustig water geeft. We ankeren net buiten de jachthaven en de volgende ochtend helpt de nieuwe elektrische ankerlier ons los te trekken uit de klei. Een top investering!
De volgende dag gaan we door naar het plaatsje met de illustere naam l’Aberwrac’h aan de noordwestkust van Bretagne. De afstand is 147 mijl, een nachtje door dus. Eerst door de race van Alderney, tussen de westkant van Normandië (Cap de la Hague) en het kanaaleiland Alderney. Het water van het Kanaal wordt hier tussendoor geperst en het kolkt flink; het is ook nog eens bijna springtij dus dat geeft extra veel stroming.
We hebben een perfecte zeildag, wel voor de wind, maar de windvaan stuurt prima. Rond 22.00 uur houdt de wind het voor gezien en moet het verder op de motor, jammer maar het is niet anders. We hebben een heel rustige en heldere nacht zonder maan en scheepvaart.

In de middag lopen we l’Aberwrac’h aan tussen de rotspunten door. De beschrijving in de Reeds nautical almanac is uitgebreid en behulpzaam, maar suggereert ook dat het een lastige aanloop is. Dit blijkt enorm mee te vallen. Het is een mooie omgeving, we zouden er graag wat fietsen en wandelen, maar de volgende dag is het nog rustig weer om het Chanal du Four te passeren op de route naar Camaret. Dit is de passage tussen de westkant van Bretagne en het eiland Ouessant en ook hier stroomt het flink hoewel het water een stuk rustiger is dan in de race van Alderney. Voor dit soort passages is zowel stroom als wind mee het meest comfortabel (minder steile golven) en daar zijn wij voorstanders van. De voorspelling voor de dagen erna is toenemende zuid tot westelijke wind, dus morgen is voorlopig de laatste optie om door te gaan.

En zo zijn wij inmiddels een maand onderweg en hebben wij Bretagne bereikt, ons eerste reisdoel. Vooraf hadden wij een globale planning gemaakt, waarbij we ook ongeveer een maand uitgetrokken hadden om hier te komen. Dat is dus gelukt, zij het dat we wel hebben moeten kiezen om de kanaaleilanden over te slaan.
De depressies bepaalden dat wij meer tijd in Vlissingen, Boulogne en Fécamp doorbrachten. Keuzes moeten er toch gemaakt worden en het weer helpt daar een handje bij.
Au revoir!