de saudade

de saudade
Saudade voor de noordkust van Spanje

maandag 19 september 2011

Lissabon en zuidwest Portugal

Een van de elevadores.
Dinsdag 30 augustus, Lissabon. In het metrostation is een dagkaart voor al het o.v. te koop voor
€ 4,60. Dat is zeker een aanrader, want deze stad is op zeven heuvels gebouwd zodat het regelmatig superstijl omhoog loopt. Even op een tram of bus stappen is dan wel zo handig. Ook zijn er vier elevadores in de stad waarmee je snel een stijl stuk kunt overbruggen. Op het grote plein aan de rivier, Praca do Comercio, nemen we tramlijn 28, dit blijkt ook gelijk de leukste te zijn. Door smalle straten, heuvel op en af. Je krijgt direct een goed beeld van de stad.
Er volgen een paar regenachtige dagen, waarvan we er een benutten om het oceanario te bezoeken.
Het is de grootste van Europa, onderdeel van het terrein van de wereldtentoonstelling 1998 en vlak bij de jachthaven. Prachtig met een centraal aquarium, waar je eerst op een hoog en later op een laag niveau vanuit alle mogelijke hoeken in kunt kijken. O.a. een manta - rog zweeft met een krachtige slag door het bassin en een sunfish zwemt heel grappig “op zijn zij”. Ook diverse haaien, andere roggen, baracuda en kabeljouwen. Er is heel veel te zien. Om het centrale aquarium heen komen alle oceanen aan bod met een specifiek eigen aquarium. Pinguïns, otters, zeeduivels en –paardjes, kwallen, koralen, anemonen, inktvis, zeesterren en heel veel prachtig gekleurde vissen. Te veel om op te noemen, kortom een aanrader!
Lily en Niek beschikken over een auto en geven ons een lift naar de Lidl. Zo kunnen we op een makkelijke manier de voorraden weer aanvullen. Fantastisch.       

Op vrijdag is er een tangosalon in een soort buurthuis. We kunnen er met de metro heen en vinden de locatie gelukkig snel. Het is gezellig druk, een goede vloer en dito muziek. Terug gaan we met de taxi.
Ook zondag kunnen we dansen dit keer in een zaaltje van een theater. Makkelijk bereikbaar met de bus en om 24.00 uur afgelopen, zodat we met het o.v. terug naar de boot kunnen. Ook weer gezellig druk, een prima vloer, maar wel een beetje klein en goede muziek. 

De salon op zaterdag is nog gesloten i.v.m vakantie. Een goede aanleiding om te proberen iets van de fado op te snuiven, daarvoor moet je in de wijk Alfama zijn. Lily en Niek van de Olim zien dat ook wel zitten en weten een leuk, goed restaurant waar we eerst gaan eten. Door de gezelligheid missen we bijna de fado (is maar tot 24.00 uur), maar op de valreep kunnen we nog genieten van de afsluitende nummers van een aantal zangeressen en een zanger.  

Pasteis de nata eten in Belem.
We fietsen een middag over het Expo terrein. Het is mooi aangelegd met veel parken en leuke moderne architectuur.
Na het weekeinde blijven we nog twee dagen om de stad te bekijken. Het worden twee zeer warme dagen. We bekijken de grote pleinen Restauradores en Rossio met daartussen de kleine hoekjes en pleintjes. We nemen de Santa Justa lift naar weer een hoger deel van de stad. Daar is de ruïnekerk, nog overgebleven na de grote aardbeving van 1755 met weer een schattig pleintje. Dan weer lopend naar beneden. Vervolgens de tram en bus naar het kasteel weer op een andere heuvel. Ook daar weer een oude wijk met smalle straatjes. De laatste dag besteden we aan een bezoek aan de wijk Belem nadat we eerst ’s morgens Lily en Niek uitgezwaaid hebben. De Belem - toren is ons belangrijkste doelwit, leuk voor een bezichtiging. Verder een groot klooster met een mooi park er voor en ten slotte koffie met pasteis de nata (bladerdeeg, eicreme, kaneel en poedersuiker) bij de confeitaria waar het oude recept indertijd herontdekt is. Zij maken de lekkerste en vanuit heel Portugal komen de mensen hier naartoe om deze lekkernij te eten, en terecht.
Cabo Sao Vicente
Woensdag 7 september varen we met het middagtij de Tejo rivier weer af en ankeren wederom bij Cascais. ’s Morgens in de jachthaven eerst nog de was gedaan en in de loop van de middag komt er een flinke wind van de bergen af, zodat deze op de ankerplek snel droogt. ’s Avonds blijken we een minder handige ankerplek te hebben gekozen, want de vissers varen vlak langs ons. Als blijkt dat de housemuziek op de kant tot 6.00 ’s morgens door gaat weten we het zeker: deze ankerplek en wij zijn geen vrienden!
Om 7.00 uur gaat de wekker voor de tocht naar Sines, helaas is er net te weinig wind om volledig te kunnen zeilen. Niek en Lily zijn daar al, evenals een aantal andere Nederlandse boten. We worden uitgenodigd voor het eten aan boord van de Olim. Zalig om na een lange vaardag niet te hoeven koken. Na een dagje keutelen in Sines vertrekken we zaterdag 10 september ’s morgens om 7.00 uur bij het eerste licht voor de lange tocht om Cabo Sao Vicente, de meest westelijke punt van Portugal.
Ook de Olim en de Serpendo met Hans en Gonny gaan vandaag.
Baai van Sagres met Cabo de Sagres op de achtergrond.
Helaas is er de hele dag weinig wind, maar in tegenstelling tot de vorige dag is er ook geen mist.
Onfortuinlijke Brit bij Alvor.
We zien een haai vlak bij de boot en drie maal dolfijnen die helaas maar kort bij de boot blijven. Leuke afleidingen. De kaap is prachtig en zo ook de ankerbaai van Sagres. Er is verder niemand dus dit is een volledig Nederlandse baai deze nacht. We hebben nog een paar gezellige uurtjes aan boord van de Olim om de ervaringen van de dag uit te wisselen.
Alvor bij nacht.
Vanaf nu gaat het oostwaarts, langs de kust van de Algarve. In de boeken ontdekken we een ankerplek op 18 mijl afstand, iets voorbij Lagos. Er is ’s morgens een lekker windje, dus we besluiten daar heen te gaan. Helaas valt de wind later helemaal weg. De ankerplek is in een ondiepe baai, dus we moeten vlak bij de ingang blijven liggen. Er is een vaargeul naar het dorp Alvor, maar die kan het beste kort na laag water bevaren worden, zodat je goed kunt zien waar de zandbanken lopen.
Hoe waar dit is zien we later die middag als een Brit 2 uur na hoogwater denkt de route te weten, maar hopeloos op een zandbank vast loopt en tot het volgende hoge water in de nacht op één kant ligt. De volgende ochtend, een half uur na laag water, varen we voorzichtig door de geul naar het dorp. Het is er vrij druk met geankerde schepen, maar voor ons is ook nog wel een plaatsje. Het water is er volledig vlak, totaal geen deining. Alvor blijkt een leuk oud toeristisch dorpje en als in de namiddag blijkt dat ook Frank en Marijke met de Sepia (al in Sines ontmoet) deze plaats uitgekozen hebben is dit een goede aanleiding om gevieren uit eten te gaan. Zij weten een leuk restaurant waar de kebab spiesen boven de tafel aan kettingen opgehangen worden, heel grappig en lekker.
De volgende dag fietsen we langs de kust richting Praia da Rocha. Deze hele kust staat vol met hotels en appartementen. De rotsformaties met de kleine strandjes zijn prachtig en trekken terecht veel toeristen. Wij gaan ook nog even lekker naar het strand bij Alvor. Het is een bloedhete dag zonder wind dus in het water is het goed afkoelen.
Kust Algarve.
Woensdag 14 september varen we de korte afstand naar Portimao, waar we ook weer goed kunnen ankeren. De Olim en later ook de Kairos met Jorg en bemanning liggen hier ook. ’s Avonds hebben we gezellige uurtjes met z’n achten in onze kuip.
Het wordt inmiddels ook tijd om ons te oriënteren waar de boot achter te laten deze winter. We hebben al een prijsindicatie van Ayamonte, een stukje verder oostwaarts en de eerste Spaanse plaats aan de grensrivier met Portugal. Maar Portimao zou ook een optie zijn, dus we informeren hier in de jachthaven. Er is in ieder geval plaats genoeg.
Na drie nachten hebben we een heerlijke zeiltocht naar Albufeira. Deze haven is perfect beschut tegen de wind en swell. We zouden hier de boot met een gerust hart achter laten, dus informeren we ook hier naar de mogelijkheden. Er is plaats en het is goedkoper dan Portimao. We hebben nog tijd om te beslissen.
Inmiddels zijn wel de tickets naar huis gekocht, de 28e oktober zijn we weer in het land.
Tot later!
   

vrijdag 2 september 2011

Noordwest Portugal en Porto

Vrijdag 19 augustus, vertrek bij het eerste licht om 7.30 uur uit de baai van Bayona,  66 mijl voor de boeg naar Leixoes, bij Porto. Nog maar net onderweg varen we alweer in de dikke mist, die gelukkig rond het middaguur grotendeels oplost. Dat is extra fijn, want na de grenspassage met Portugal neemt de intensiteit van de kkb’s sterk toe (dit zijn de visboeitjes en staken, door ons kleine klote boeitjes genoemd). Als ze een rode kleur hebben gaat het nog, maar vaak zijn ze wit of zelfs zwart en dan zie je die krengen ook zonder mist pas op het laatste moment. Er overheen varen is, vooral als je op de motor vaart, geen goed idee, want de lijn kan in de schroef komen en je kunt een flinke kras op de romp oplopen. Ze houden ons lekker bezig onderweg.
De haven van Leixoes is een industriehaven en staat bij yachties bekend als smerig, maar het valt ons mee. De jachthaven is aardig afgeschermd van de rest en is goedkoop, € 14,26, het goedkoopst tot nu toe. Maar de faciliteiten zijn dan ook wel behoorlijk in verval en warm water in de douche is schaars. We eten lekker voor weinig in een klein familierestaurantje, vooral de heerlijke kleine zwarte olijven verrassen ons.
Een nieuw land, nieuwe gebruiken. Zaterdag zoeken we ons eerst een breuk naar een bakker, blijkt in de confeiteria’s te zitten, en later naar een supermarkt. Die staan dus niet met grote borden aangegeven, je loopt er zo aan voorbij. Het is een hete, broeierige dag en het zonnezeiltje komt voor de tweede maal deze reis uit de schuur (achterkajuit). Later doet hetzelfde zeiltje dienst tegen de regen.

Dom Louis I brug, Porto


De volgende dag gaan we naar Porto. Eerst een half uurtje lopen naar de metro en dan nog een half uurtje met de metro zelf, grotendeels bovengronds. De stad ligt prachtig aan de rivier de Douro maar er is wel veel vergane glorie, veel is in slechte staat. Na de oversteek over de bovenste etage van de Dom Louis I brug naar de stad aan de andere oever van de Douro, Gaia genaamd, neemt Willem de kabelbaan naar de kades. Dit is niet Jeanet haar ding, zij loopt, spaart
€ 5,- uit en is bijna even snel beneden. Hier bezoeken we een portwijnhuis met een proeverij. Er is toevallig een fadofestival op de kades en daar genieten we nog een uurtje van.

Porto
Porto

Porto

Maandag keutelen we wat. Boodschappen doen o.a. een nieuwe gasfles voor € 12,- (kost in Nederland €32,-!) en de was laten doen, maar dit is toch wel een beetje duur, € 2,10 per kilo voor wassen en drogen. Maar dan krijg je het wel keurig opgevouwen terug. Op dinsdag gaan we nog een halve dag naar Porto, nu naar de winkelstraten en de markt. We vinden een kleine ventilator die op 12 volt verkoeling kan geven, we hopen hem verder naar het zuiden nog nodig te hebben. En het is ongelofelijk, maar in deze hele grote stad komen we voor de derde keer dezelfde Française tegen. Zondagmorgen in de metro “bespraken” we welk station we uit moesten stappen, ’s middags op de terugweg troffen we haar weer bij de kaartjesautomaat en nu weer op de markt. Dat bespreken blijft trouwens erg beperkt, want zij spreekt alleen Frans en die taal is bij ons erg beperkt.
Onze volgende bestemming is Figueira da Foz, een toeristische stad ruim 60 mijl naar het zuiden. Weer een lange vaardag, maar prachtig weer deze woensdag. Noordelijke wind, deels genoeg om te zeilen. De kust is hier een beetje saai, kilometers lange zandstranden met af en toe een plaats met de nodige flats. Figueira da Foz blijkt ook een beetje saai.
Penedo da Saudade
Tijdens de voorbereiding hebben wij gelezen over “de Portugese noord”. Hiermee wordt de harde noorden wind bedoelt welke hier meestal staat. Dat wordt makkelijk en snel zeilen dachten wij. Momenteel is deze wind alleen ver uit de kust te vinden, sterker nog, er is regelmatig zuidelijke wind. Ook voor een aantal dagen van de volgende week wordt dit verwacht. Dat schiet dus niet echt op. En aangezien we het volgende weekeinde in Lissabon willen zijn om daar tango te kunnen dansen laten we een mogelijkheid om op straat tango te kunnen dansen hier in Figueira het komende weekeinde voor wat het is.
Vrijdag 26 augustus vervolgen we onze route naar het zuiden. Nazaré is de bestemming. De wind lijkt veelbelovend dus zeil gezet, windvaan aangekoppeld en lekker genieten. Helaas zakt de wind weer in en de voorspelde swell van 1,5 meter wordt 2,5 meter. Flink rollen en klapperende zeilen dus. Maar na een paar uurtjes op de motor kunnen we Penedo da Saudade wel zeilend passeren.
Baai van Nazaré met de jachthaven op de achtergrond
Nazaré blijkt een leuke plaats met een groot strand. Vooral het bedevaartsoord boven op de kaap, Sitio genaamd, is nog mooi, maar wel heel toeristisch. De jachthaven is vrij ver buiten de plaats dus we nemen de fietsjes, maar naar boven is het te stijl en moeten we lopen. Op de klif heb je een prachtig uitzicht over Nazaré en de baai.
De kerk uit de 17e eeuw is een populaire trouwlocatie op deze zaterdag, aan de omvang van de Mercedessen en Audi’s te zien voor de beter gestelden. In de paar uurtjes dat we er zijn zien we twee bruidsparen.
Het volgende traject naar Cascais is weer een lange tocht. De excentrieke Britse havenmeester geeft ons een tip over een langere maar snellere route.

Kerk Sitio
Door 4 mijl uit de kust te gaan ontloop je de tegenstroom en heb je misschien wat stroom mee. De 70 mijl leggen we af met een gemiddelde snelheid van 6 knopen, inderdaad boven ons normale gemiddelde. Het is prachtig weer, maar helaas komt de voorspelde 4 Bf noordenwind niet en gaat alles op de motor. Om 19.00 uur gaan we bij Cascais, in de monding van de Tejo rivier, voor anker. We liggen nu dus eigenlijk op de rede van Lissabon. We zijn moe van de lange vaardag, maar helaas is er nogal wat herrie want op de wal is een live concert. Ondanks dat kruipt Jeanet rond 23.30 uur in haar kooi. Echter, de lange dag krijgt nog een vervolg. Om 00.00 uur komt er een politieboot langszij en vertelt aan Willem dat we weg moeten want er gaat vuurwerk afgeschoten worden precies boven de baai waar wij liggen. Mopper, mopper, mopper. Hadden ze dat niet even eerder kunnen zeggen? Dus Jeanet weer uit bed, de motor gestart en het anker opgehaald. We zijn nog maar 10 minuten weg van onze plek of er barst een prachtig vuurwerk los. Wij varen naar de andere kant van de baai. Gelukkig is die vrij van ondieptes en rotsen, maar niet van kkb’s. Goed opletten dus. Als wij ruim een uur later weer geankerd liggen is het vuurwerk allang achter de rug.
De volgende ochtend willen we eerst tanken in Cascais. Als we de jachthaven invaren naar de tankstijger is een groot klassiek Engels jacht ons net voor. Die gaat richting Middellandse zee en gooit de tanks nog “even” vol met 6.000 liter diesel, dat kost dus wat tijd. We twijfelen, zullen we wachten of tanken we later? Andere Nederlanders maken aan ons vast, zij willen eigenlijk ook tanken maar hebben geen zin om te wachten. Zij gaan eveneens naar Lissabon, naar de Expo haven want die is schoner en goedkoper dan het Alcantara Doc waar wij eigenlijk heen zullen gaan. Na 1,5 uur zijn wij dan eindelijk aan de beurt om te tanken en blijkt dat er veel meer diesel in de tank gaat dan we dachten. Hoe kan dat nou? Er is toch geen lek? Nee hoor, door een ordinaire rekenfout blijkt dat we nog maar circa 10 liter in de tank hadden. Gelukkig besloten we dus te wachten en hebben we geen verstopte filters gehad (overigens hadden we nog wel 100 liter diesel in jerrycans).
We besluiten door te varen naar de Expo haven om daar eerst te kijken of die ons bevalt. Het is wat verder van het centrum dan het Alcantara Doc, maar dit doc ligt dicht bij de brug over de Tejo en dat schijnt veel herrie en vuil te geven. Het zicht op Lissabon vanaf de rivier is prachtig.
De Expo haven is onderdeel van het terrein van de wereldtentoonstelling van 1998. Het blijkt er super rustig, schoon en leeg. De Nederlanders waar we deze tip van kregen zijn er vreemd genoeg niet, maar we worden heel hartelijk ontvangen door het havenpersoneel en Lily. Zij en Niek liggen hier al 11 maanden en we hebben gezellige uurtjes met elkaar.
Aanloop Lissabon met Belem toren
Volgende keer lezen jullie meer over Lissabon.