de saudade

de saudade
Saudade voor de noordkust van Spanje

zondag 29 september 2013

Corfu, Paxos, Metéora, Zagória, Golf van Amvrakia e.o.

De oversteek van Sivota op het vaste land naar Petriti, zuid-oost Corfu, maken we tijdens een heerlijke zeildag. Een zuidelijk windje van 3 a 4 Bf maakt dat we deze dag alle koersen varen: eerst ruim, dan half, vervolgens een stuk voor de wind om een ondiepte te omzeilen en het laatste stuk moeten we zelfs tegen de wind opkruisen. Het dorp Petriti ziet er van een afstandje leuk uit met taverna’s aan de waterkant. Bij één van de taverna’s kun je gratis de was laten doen als je er een paar maal komt eten. Aantrekkelijk, maar toch vertrekken we na één nacht weer omdat het op de ankerplek niet comfortabel ligt vanwege de zuidelijke wind. We bewaren deze plek voor een andere keer.
De Mandraki jachthaven in Corfu stad onder het oude fort.

Op maandag 26 augustus varen we naar Corfu stad. In de Mandraki jachthaven (bij de Corfu Sailing Club) is het niet druk en prima beschut bij deze windrichting. Een toplocatie onder het oude fort!   €28 inclusief water, elektra en een koude douche. De hele dag is er muziek te horen, met name piano, vanuit het gebouw van de afdeling muziek van de Ionische universiteit, die zich op het terrein van het oude fort bevindt. Toevallig komen Frank en Susanne naast ons liggen, een heel aardig Duits stel welke we in Sivota hebben leren kennen. Gezamenlijk verkennen we die avond een deel van de stad en eten gezellig samen. Het oude deel van de stad bestaat uit een wirwar van straatjes en steegjes met mega veel toeristenwinkeltjes en taverna’s, maar ook pleinen in alle maten. 
Corfu stad vanaf het nieuwe fort met rechts het oude fort en
de spitse rode toren van de Agios Spyridon.
Tijd voor sight seeing dus! Langs het paleis van St.-Michael en St.-Joris volgen we de waterkant naar de oude jachthaven (daar kun je ook liggen, maar het ziet er een stuk minder comfortabel uit) naar het nieuwe fort. Nou ja, nieuw, dit Venetiaanse fort is uit de 2e helft van de 16e eeuw terwijl het oude fort in de eerste helft van dezelfde eeuw gebouwd is. Blijkbaar konden die Venetianen er geen genoeg van krijgen, van dat forten bouwen. Het geeft ons een prachtig uitzicht over de stad en de zeestraat tussen Corfu en het vaste land, met in de verte al de bergen van Albanië. Datzelfde geldt overigens na beklimming van het oude fort tot aan  de vuurtoren. Het oude fort kunnen we gratis bekijken omdat de jachthaven voorbij de kassa ligt, die kans laten we natuurlijk niet aan onze neus voorbij gaan.

In de slotgracht van het oude fort liggen bootjes.
Corfu stad.
Toen we in juni een nacht in Corfu waren in verband met onze terugvlucht vanwege de ziekte van Willem’s vader hadden we erg lekker gegeten bij heel aardige mensen. De kok/eigenaar vertelde ons het recept van de aubergine papoutsakia, maar dat hadden we niet goed onthouden. We hadden geen idee waar dat restaurantje was, maar toevallig vinden we het nu weer terug in de wir/war van straatjes. Dus nogmaals daar gegeten en ditmaal hebben we het recept genoteerd, dus wie weet als het goed lukt krijgen jullie het een keer voorgeschoteld. De wind is inmiddels weer naar het noorden gedraaid en als die aantrekt is de jachthaven niet meer zo comfortabel. Het is maar een laag en smal dammetje waar we achter liggen en het is vanwege het opspattende water goed timen om met droge voeten aan boord te komen. Tijd om weer te vertrekken dus. Na de drukte van Corfu stad hebben we weer zin in een rustige baai. Er wordt stevige noorden wind voorspeld, dus die baai moet ook goed beschut zijn. Het wordt Igoumenitsa Creek (deze baai heet officieel ook Ormos Valtou net als bij Parga, niet echt handig), net iets ten noorden van Igoumenitsa. Het is er perfect rondom beschut, we liggen er de eerste nacht met slechts 6 boten. De volgende ochtend vertrekken die andere 5 al vroeg.  We zijn de hele dag de enige boot, ’s nachts maar met 3 en dat in het hoogseizoen! Misschien komt het omdat er een paar kwallen zwemmen.
Olijfolie van Paxos.

Zondag vertrekken we naar Gaios, de hoofdplaats van Paxos. Helaas is er te weinig wind om te zeilen. Gaios is een leuk, gezellig plaatsje. Iedere dag meren er tussen 13.30 en 16.00 uur 3 of 4 boten met dagjesmensen vanuit Corfu af. Dan worden de straatjes en terrassen overspoeld met extra toeristen. Wij vinden een plekje aan de kade dicht bij het centrum. Hier betalen we € 14,- per nacht, voor water en stroom moet je extra betalen. Verder van het dorp af is de kade gratis horen we van Frank en Suzanne die we dinsdags treffen en waarmee we nog gezellig een terrasje pakken. Nadat we de voorraad lekkere olijfolie weer aangevuld hebben varen we na 3 nachten naar Lakka in het noorden van Paxos. We ankeren vooraan in de prachtige baai en liggen als een van de weinig boten nauwelijks te rollen in de namiddag wind. Goed gedaan schipper! Het is nog druk in Lakka, die nacht liggen er circa 50 boten voor anker en ook de kade is vol. Elke woensdag is er Grieks dansen bij het café aan de kade. Wie zin heeft kan dansen. Met name de mannen dansen om de beurt solo, maar er wordt ook in een rij gedanst waar dan weer meer vrouwen aan mee doen. Willem vraagt een Griekse tango aan de dj, die heeft hij niet maar wel…. ja hoor Malando! Wij dansen en daar zaten blijkbaar meer stellen op te wachten want in een mum van tijd staat het dansvloertje vol. Tot slot draait de dj nog La Cumparsita en krijgen we de vloer voor ons alleen en applaus. Vrijdags varen we voor 1 nachtje naar Mongonisi, zuid Paxos. Het is daar juist heel rustig en we kunnen aan de kade liggen.

Trompetvisjes in het heldere water van Anti Paxos.
De volgende ochtend eerst naar Anti Paxos, een klein eilandje ten zuiden van Paxos. Anti Paxos heeft een paar mooie strandjes die dagelijks met toeristen vanaf Paxos gevuld worden. Er zijn alleen open baaien, niet zo geschikt om te overnachten. We vinden een leuk baaitje met dito strandje en kunnen lekker zwemmen en mooi snorkelen. Een Italiaanse motorboot vindt het vervolgens nodig om zich tussen ons en het strandje te persen, zodat ons uitzicht verpest is.
Two Rock Bay.

Wij gaan weer ankerop een zeilen die middag heerlijk met ruime wind naar Two Rock Bay aan het vaste land. Een prachtige baai met een grillige kust en bodem, mooi om te snorkelen. Wel nogal open naar zee dus een beetje rollen ’s nachts. Voor maandag en de dagen daarna wordt een zuidelijke wind voorspeld en aangezien we weer naar Préveza willen gaan we zondags. Met een noordwestelijk windje 4 Bf gaat dat heerlijk. Bij Préveza ankeren we een nachtje. Dat hadden we daar nog niet gedaan en bevalt ook goed. In Préveza is het weer tijd voor de was en wat klusjes, o.a. een nieuwe dekdoorvoer. Vóór ons ligt een boot die constant zijn drinkwatertank aan het spoelen is. Willem ruikt diesel, en ja hoor, het blijkt dat de schipper (zijn vrouw is heel blij dat zij het niet was) diesel in de watertank heeft gedaan. Een pijnlijke vergissing. Willem tipt ze dat ze beter afwasmiddel toe kunnen voegen, want met alleen water gaat die diesel er echt niet uit.
Het fort van Préveza.
Even later, een hoop geschreeuw in het Frans/Engels dat onze dinghy, die strak langs de boot ligt, aan de kant moet. Er wil een boot achter ons afmeren. De ruimte is groot zat voor zijn boot, maar ja, aan sommige schippers vertrouw je je klompen nog niet toe. Na een half uur, een hoop geschreeuw naar zijn vrouw en veel hulp op de kade ligt hij dan eindelijk. Jeanet en de Engelse vrouwen op de omliggende boten zijn het er over eens: wij zouden het nog geen 5 minuten met die schipper uithouden. En zo beleef je elke dag wel wat.
We maken nog een leuk fietstochtje naar het fort van Préveza. Er is nog verrassend veel in takt. De weg loopt langs het strand, daar waren we ook nog niet geweest, zodat Jeanet nog even lekker kan zwemmen.  

Zaterdag 14 september komen Peter en Anneke in de namiddag aan boord. Ze zijn met de auto vanuit hun huis op  Kythera gekomen. Lekker weer even bijkletsen en plannen maken. Voor maandag wordt regen voorspeld, voor het zeilen niet zo geweldig. En aangezien Peter en Anneke nog nooit in dit gebied geweest zijn is de keuze snel gemaakt om met de auto op stap te gaan. De boot ligt prima in Préveza Marina. Zondag eerst naar Ioánnina, de hoofdstad van deze regio. Na een wandeling door deze aardige plaats met veel Turkse invloeden (Ali Pasha had rond 1820 veel macht in deze streek) reizen we door richting Metéora om de kloosters hoog op de rotsen daar te bekijken. Het is lastig om vanuit Ioánnina de juiste weg te vinden, de bewegwijzering is zo slecht dat we een paar keer heen en weer reiden.
Ioánnina, Aslan Pashamoskee, nu het museum voor volkskunst. 
Ioánnina, Aslan Pashamoskee. 
Métsovo, alweer of nog steeds in Kerstsfeer.
Als het tijd wordt om een hotel te zoeken zijn we in de buurt van Métsovo, dus dat wordt onze bestemming voor die nacht. Métsovo blijkt een totaal ander Grieks dorp dan we tot nu toe zagen. Het lijkt op een Oostenrijks skioord met blokhutten en al. In de buurt blijken 3 skigebieden te zijn. Het is er koud! Zeker 10 graden koeler dan we gewend zijn en Jeanet is vergeten dichte schoenen met sokken mee te nemen. Gelukkig heeft Peter nog een extra paar sokken, veel te groot natuurlijk en in de sandalen ziet het er héél charmant uit, ahum, maar….. geen koude voeten.
’s Avonds is het in het dorp zo goed als uitgestorven. Het restaurant waar we eten heeft de kerstverlichting nog (of alweer?) hangen en de barkeeper van het café waar we een slaapmuts drinken laat ons trots de foto’s van meters hoge sneeuw zien. De volgende ochtend plenst het van de regen. Eerst maar even ergens ontbijten en daarna is het gelukkig weer droog.
Métsovo; de gemeenschappelijke ruimte van het hotel.
Metéora.
Op naar Metéora. Als we het gebied inrijden zien we al snel de eerste steile zandsteenformaties die spectaculair hoog oprijzen. Boven op een aantal zijn kloosters gebouwd, 24 in totaal, waarvan er nog 6 bewoond worden en te bezichtigen zijn. De kloosters zijn in de 15e en 16e eeuw gebouwd, goederen en mensen werden met een lier omhoog gehesen en er werden touwladders gebruikt. Inmiddels is er een prima weg en stevige bruggen.

Metéora.


We rijden omhoog richting het klooster Groot Meteoron. Het is een gekkenhuis. De  touringcars kunnen elkaar niet passeren en blokkeren de weg. Daar tussendoor laveren veel auto’s en als we vast komen te staan zien we gelukkig een parkeermogelijkheid langs de kant van de weg zodat we het laatste stukje lopen. Vanaf de weg is een prachtig uitzicht op een aantal kloosters en de zandstenen pilaren. Het is een lange file  met toeristen de kloosters in, dat geloven we wel. Het begint ook weer te regenen dus vlug de auto weer in terug omlaag richting de streek Zagória met traditionele dorpen en de Vikoskloof.


Metéora; klooster Varlaam.
Metéora, file van toeristen naar het klooster Groot Meteoron.
Onderweg zien we een aantal mooie oude stenen boogbruggen. De dorpen zijn gebouwd van grijze steen met stenen daken, allemaal lokaal in de natuur te vinden. Mooi, maar wel een beetje saai zo zonder kleuren.
Zagórisch dorp.

Boogbrug in de streek Zagória.
We overnachten in Monodéndri. Ook hier is het koud en ’s avonds uitgestorven. We halen een borrel in een café in het oude centrum, daarvoor moeten we over een donker oud paadje met ongelijke steentjes, een benenbreker. De volgende ochtend bij daglicht voor een ontbijt aan het dorpsplein loopt het een stuk makkelijker.
Monodéndri; Albanese vaklui metselen een muur.
De start van de wandeltocht door de Vikoskloof is daar ook. Die duurt ongeveer 6 uur, daar wagen we ons niet aan. Met de auto rijden we door het ‘stenen woud’, stapels platte steen tussen de bomen, naar het Oxia uitkijkpunt waar we een prachtig zicht hebben op de kloof.

Zagória; het 'stenen woud'.
Zagória; de Vikoskloof vanaf het Oxia uitkijkpunt.
Het wordt tijd om weer naar zeeniveau af te dalen. Via een terrasje in Parga zijn we in de namiddag weer aan boord. De Saudade ligt er nog prima bij. Na het eten in de stad belanden we in een café met gezellige Spaanse muziek. Daar weten we wel raad mee, we maken onze eigen milonga. De dj pikt het op en draait af en toe een dramatische tango tussendoor. Applaus. Er valt een plensbui, help, we hebben de luiken niet helemaal dicht gedaan! Het valt gelukkig mee, alleen de bank in de kajuit is flink nat, de kooien gelukkig niet. De volgende ochtend zijn we niet vroeg op. Dat geeft niet want de lucht ziet er eerst nog dreigend uit.
Anneke aan het roer.
We twijfelen of we zullen gaan varen, maar dan klaart het op en wordt Vonitsa in de Golf van Amvrakia ons doel. Er staat een pittige westen wind, 5 Bf, zodat we alleen de genua uitrollen en toch een lekker vaartje maken. De herrie van ons bezoek in augustus is nog vers in ons geheugen dus deze keer gaan we verder van het dorp op de ankerplek achter het eiland Koukouvitsa liggen. Een mooie plek en prima beschut. Met de dinghy zijn we snel bij de kant en dan is het ongeveer een kwartier lopen naar het dorp. De volgende ochtend is het zonnig en windstil. Een mooie dag om net als met Dirk en Jennemieke een lunch en zwemstop te maken bij Nisos Kéfalos. Als we ongeveer halverwege zijn, zien we dolfijnen. Eindelijk weer eens. Ze zijn druk aan het springen en spartelen. Blijkbaar hebben ze een school vis te pakken en smullen er lekker van. Ze hebben geen tijd voor ons. Op Kéfalos is helemaal niemand. We maken een leuke wandeling over het strand, waarna we weer ankerop gaan tegen wind naar Préveza voor de laatste nacht van Peter en Anneke aan boord. Onderweg zien we een pelikaan, die hadden we dit jaar nog niet gezien. Machtige beesten. Tijdens het eten bij taverna Kaixis, wat ons favoriete restaurant lijkt te worden, komen er twee dames voorbij die door de amicale eigenaar uitbundig begroet worden. En wat blijkt: de dames lopen met foldertjes van een dansschool voor o.a. tangolessen! Het blijkt dat in Kaixas ook wel eens milongas georganiseerd worden, wat een toeval. De volgende maandag is er een inlooples voor nieuwe cursisten en we worden van harte uitgenodigd. Daar gaan we dus op af, maar helaas zonder Peter en Anneke want die vertrekken vrijdag op tijd weer richting Kythera. We hadden een heel gezellig weekje met hen en hebben veel gezien. Peter en Anneke, bedankt!

Wij hebben nog zin om terug de golf in te varen. Tot nu toe zijn we niet verder dan Vonitsa geweest zodat we de oostzijde nog niet gezien hebben. We willen doorvaren tot het einde, tot aan Menidhion in de noordoosthoek. Er komt later op de middag wind uit het westen zodat we heerlijk op de genua met 3 à 4 knopen naar het oosten opschuiven. En ja hoor, dolfijnen! Een hele grote groep, Willem denkt misschien wel 80! Ze komen meezwemmen, dat hebben we in  Middellandse zee nog niet eerder beleefd. Ze zijn groot en soms springt er eentje hoog uit het water, waarschijnlijk een jong speels exemplaar. Ze blijven wel 20 minuten zodat we ze eindelijk goed kunnen filmen en fotograferen.


De kade van Menidhion stelt niets voor dus we gaan ankeren. Er ligt slechts één andere boot. De ankerplaats is wel een beetje open naar het westen dus dat geeft wat knobbelig water tot de wind ’s avonds gaat liggen, dan is het compleet blak. De volgende ochtend eerst even boodschappen doen in Menidhion. Het plaatsje heeft een verrassend leuk waterfront met veel taverna’s en hotels. Een boer verkoopt eigen groenten vanuit zijn auto, het kost geen drol. Een aubergine en 3 paprikaatjes voor € 0,25. Later die ochtend varen we terug naar het westen en zien we een paar maal het hoofdje van een schildpad boven het blakke water uitkomen en ook weer dolfijnen. Dit keer zwemmen een aantal maar kort met de boot mee. Verderop heeft de groep een school vis omcirkeld dus er moet gegeten worden. We ankeren in Ormos Salaora in het noordwesten van de golf.  We liggen er alleen. Het is er redelijk beschut voor de noordwesten wind van de namiddag, maar ’s avonds steekt een oostelijk windje op waardoor we wat liggen te deinen. Gelukkig is het later weer rustig en pas in de ochtend komt de wind wederom uit het oosten. Tijdens de koffie ’s ochtends in de kuip komen er zomaar een paar dolfijnen voorbij, ongelooflijk, ze komen dus ook in dit ondiepe water van slechts 5 meter. We spotten ook weer een pelikaan. Door het oostenwindje hebben we een heerlijke laatste zeildag de golf uit terug naar Préveza om de boot winterklaar te gaan maken.

In het blakke water van de Golf van Amvrakia trekken we een mooi spoor.
Maandag om 19.00 uur begint de tango les. We hebben aanwijzingen gekregen over waar de school, Pa’Bailar, is. Het is niet ver dus we kunnen op de fiets en we hebben het snel gevonden. We worden heel hartelijk ontvangen door Katerina, de cursist die mee hielp de flyers uit te delen, en later ook door de docenten Tiva en Alessandro. Ze vinden het een eer dat we er zijn. Eerst is er een inlooples voor nieuwe cursisten. Er zijn ongeveer 8 paren, inclusief hulpheren. Ook hier over het algemeen meer vrouwen dan mannen die willen leren tangodansen. Alessandro geeft veel mondelinge uitleg, vertaalt af en toe in het Engels wat hij zegt, veel aanwijzingen over ritme en houding. De loopoefeningen doen we mee, is toch weer lekker na 3 maanden vrijwel niet gedanst te hebben. Voor de tweede les, over ritme, blijft er een klein groepje over. Wij doen beiden mee met een Griekse partner. Na afloop blijven we nog gezellig napraten. Woensdag is er weer tangoles en zijn we weer welkom. Die les blijkt een vervolg op de inlooples van maandag en ongeveer dezelfde mensen zijn gekomen alleen nu iets minder vrouwen zodat Jeanet aan een Griekse adonis gekoppeld wordt om de basispas te dansen. Dat gaat al verrassend goed voor een tweede les. In het Grieks tot 8 tellen is geen enkel probleem meer. Later kan ook Willem nog zijn kennis overbrengen op een in eerste instantie wat stuurse Griekse, maar later vindt ze het toch wel leuk. Na nog een tweede lesuur met de docenten en wat meer geoefende dansers nemen we hartelijk afscheid van elkaar.

Zo, het is een heel verhaal geworden zo aan het einde van ons verblijf hier. Inmiddels zijn de meeste klussen gedaan en staan we sinds gisteren weer op de kant. Dat ging heel voorspoedig, we waren zelfs vóór de afgesproken tijd al aan de beurt. Dinsdag 1 oktober vliegen we naar huis en hopen we jullie weer allemaal te zien.

Tot een volgende keer!

Ps een filmpje van de dolfijnen gaan we nog op het blog zetten.

donderdag 29 augustus 2013

Ithaka, Vonitsa, Parga, e.o.

Fietsen, tafel, spinaker en wastobbe brengen we met de dingy
tijdelijk naar Ionion Marine om ruimte te maken in de achterkajuit.
Zaterdag 10 augustus pikken we Dirk en Jennemieke met de taxi op bij het vliegveld. Het vliegtuig is vroeger geland. De taxichauffeur had nog even een café frappé nodig om goed wakker te worden, zodat we net op tijd zijn. Na koffie met mierzoete sinaasappelcake gooien we los om de brug van 13.00 uur te halen. Het is heel rustig weer en er is vrijwel geen deining, lekkere omstandigheden voor Dirk en Jennemieke om in te slingeren. We overnachten in de Vlikho baai na een biertje op het terras van Fyki en een lekkere maaltijd in een taverna aan de waterkant tegenover Vlikho. De volgende morgen op tijd op om de 18 mijl naar Kioni op Ithaka te varen. Er is geen wind dus het ijzeren zeil moet het werk doen. De baai van Kioni blijkt de mooiste snorkelstek tot nu toe. Met een lange lijn naar de kant liggen we in eerste instantie mooi rustig. Later op de middag komen er echter twee grote motorboten naast ons liggen waarvan eentje continu de dieselaggregaat laat draaien. Jeanet’s verzoek om 00.00 uur om deze ’s nachts uit te doen maakt geen indruk. De volgende ochtend bedanken we de arrogante Brit voor de slapeloze nacht.
Ithaka wordt beschouwd als de thuishaven van Odysseus. Het is een klein, ruig eiland en we hebben bedacht om het per scooter te bekijken, maar helaas worden er in Kioni geen scooters verhuurd dus vertrekken we vroeg naar groot Vathi, de hoofdplaats van Ithaka die in een enorme baai ligt met allerlei inhammen. We noemen deze plaats groot Vathi omdat er ook een Vathi op Meganisi is die in een veel kleinere baai ligt. Gelukkig zijn er nog twee scooters te huur.
Groot Vathi, Ithaka.
Voor we kunnen vertrekken moeten we echter opnieuw ankeren omdat de buurman naast ons aan de kade bij het wegvaren het gepresteerd heeft om zijn ankerketting 3 maal om onze ankerketting te draaien en ook met Willem’s hulp niet los te krijgen is. Wij snappen niet hoe hij dat voor elkaar gekregen heeft. Blijkbaar zijn het een beetje warrige mensen, want voor hun vertrek waren ze spullen op de kade vergeten o.a. een mobieltje welke we al aangegeven hadden. Eenmaal op de scooter tuffen we naar het noordoosten naar een klooster op ongeveer het hoogste punt van het eiland. Onderweg hebben we bij een uitkijkpost van de brandweer een prachtig uitzicht over groot Vathi en ook Cephalonia met de zeestraat en het baaitje waar we met Ton en Ingrid lagen is goed te zien.

Bij de brandwacht op Ithaka.
Lunch in Stavros, Ithaka.
Het klooster heeft onder andere een prachtig kerkje. Het is er niet druk dus we kunnen op ons gemak rondkijken. Vervolgens maken we een lunchstop in Stavros. Op het plein van dit dorp staat een maquette van het paleis van Odysseus welke daar in de buurt gestaan heeft. Ook is er een mooi uitzicht over de Polisbaai waar we eerst lekker zwemmen om  vervolgens te proberen de restanten van Odysseus paleis te bezoeken. De weg wordt echter zo slecht dat we omkeren. Na nog een bezoekje aan de Nimfengrot (heel donker en diep, weinig te zien) zijn we terug in groot Vathi wat een erg gezellig plaatsje is met veel terrassen.  Een motorboot naast ons, ja hoor we hadden er weer eentje, gaat om 00.00 uur nog even stroom draaien. We vragen of de motor uit mag, na 20 minuten doen ze dit keurig en de volgende morgen krijgen we een tros druiven voor de overlast. Zo kan het dus ook. Midden in de nacht komt er nog een grote ferryboot binnen die tot ’s morgens vroeg blijft liggen, jullie snappen vast waarom wij die ochtend met kleine oogjes richting Kastos vertrekken. We willen een lunch/zwem stop maken in de One Boat Bay waar we eerder gelegen hebben en dan door naar Meganisi. Helaas is de begeerde plek bezet, wat wel een beetje te verwachten was, dus zoeken we een ander ankerplekje.

Jennemieke helpt Willem bij het vastmaken van de achterlijn.
Als we een paar uur later richting Meganisi vertrekken blijkt er een flinke wind opgestoken te zijn en daarmee ook een korte, steile deining. 6 Bf op de neus, daar houden wij niet van, dus zodra we Kastos voldoende vrij gevaren hebben vallen we af naar Port Leone op Kalamos. Dirk en Jennemieke genieten enorm van deze prachtige baai die over land vrijwel niet te bereiken is. De volgende dag is de wind weer helemaal weg, dus op de motor alsnog naar Meganisi. Onderweg zien we eindelijk weer eens dolfijnen. Het zijn kleintjes die druk zijn met het verorberen van een school vis, maar ook uit het water springen. Genieten! In Ormos Abelike is onze favoriete inham waar we de vorige keer lagen heel druk, dus ankeren we in het ruimere deel van de baai. Ook een mooie plek, dicht bij een taverna en de weg naar klein Vathi om brood te halen is voor Jennemieke en Jeanet een stuk makkelijker. Je hoeft hier niet eerst door de bosjes te lopen en de afstand is ook korter, slechts 10 minuten. Gelukkig hebben we dit vroeg gedaan, want bij terugkomst om 9.00 uur is het alweer ruim 30 graden.
Dirk heeft een mooie schelp losgewrikt van de zeebodem.

Onze volgende bestemming is Vonitsa in de Golf van Amvrakia. Kort na de passage van Préveza zien we al kopjes van schildpadden boven water. Dit is dezelfde soort schildpad die met name op Zakinthos zijn eieren legt. Uiteindelijk zien we alle vier op verschillende momenten een schildpad helemaal aan de oppervlakte. Het zijn indrukwekkend grote beesten van wel ruim 1 meter. Vonitsa heeft een gezellige waterkant met bars en taverna’s, maar daarachter is het een beetje vervallen. En één bar heeft bedacht dat het nodig is om de muziek, Griekse ditmaal, tot ’s ochtends vroeg door te laten spelen. Helaas dus weer geen al te beste nachtrust en we laten het plan voor een vroeg bezoek aan het kasteel dan ook maar varen. Liever gaan we lekker zwemmen en snorkelen bij het eilandje Nisos Kefalos. Er blijkt hier een heel ander soort onderwaterleven dan we tot nu toe zagen, heel veel mosseltjes en andere schelpdiertjes. Ook een soort reptielachtig visje die op en tussen de mosselen leeft. Vervolgens door naar Préveza voor de laatste nacht aan boord van Dirk en Jennemieke. Voor ons was deze week een beetje een vakantie in een vakantie, hebben o.a. café frappé leren drinken. We hebben het enorm gezellig gehad, bedankt!
Zaterdag laten Dirk en Jennemieke zich met een taxi naar het vliegveld brengen om hun huurauto op te halen. Jeanet gaat mee om op de terugweg de spullen welke we tijdelijk bij Ionion Marine opgeslagen hebben om wat meer ruimte aan boord te hebben, op te halen. Na nog een bezoek aan de Lidl om de voorraden weer aan te vullen vertrekken Dirk en Jennemieke voor hun 2e week vakantie in Parga. Wij blijven nog even in Préveza. Op maandag 19 augustus wordt heel rustig weer verwacht, een mooie dag om ook naar Parga te vertrekken. Er is een beetje wind, niet eens helemaal op de neus zodat we kunnen motorzeilen en de in verhouding toch wel pittige deining een beetje gedempt wordt door het grootzeil. Parga ligt prachtig tussen de rotsen tegen de helling opgebouwd. In Parga zelf kun je niet goed liggen, dus we gaan naar Ormos Valtos, één baai noordelijker van Parga.  Het zandstrand is vol gezet met ligbedden en parasols. Er was ons verteld dat het hier vol zou liggen met Italianen, maar tot onze verrassing is er plaats aan de pier. Die pier wordt niet onderhouden, het is lastig een goede plek te vinden om de landvasten aan vast te maken. De verlichting heeft ook z’n langste tijd gehad.

Boten op het strand "geparkeerd", Parga.
Wat hier heel grappig is en populair bij flottieljes, is dat tegenover de pier de boten met de neus op het strand gevaren kunnen worden. Het loopt zo stijl af dat de kiel niet vast komt. Het achteranker zorgt er voor dat je niet te ver het strand op wordt gezet mocht de wind aanlandig worden. Voor de zekerheid worden ook de voorankers op het strand ingegraven. Dirk en Jennemieke genieten hier van nog een week vakantie. Ze pikken ons op met de huurauto. Eerst bekijken we hun studio met een prachtig uitzicht over Parga en de zee, dan gaan we uit eten in de wijk onder het kasteel. In Parga is het een gekkenhuis met auto’s , het valt niet mee om een parkeerplek te vinden in al die nauwe straatjes. De volgende dag lopen we om de baai heen naar het kasteel om dit te bekijken. Het is een flinke tippel en het is heet, maar rustig aan met de nodige pauzes is het goed te doen. Van het kasteel zijn nog de nodige gangen en kamers behouden gebleven. En natuurlijk een prachtig uitzicht over Parga, Ormos Valtos, de zee en in de verte Paxos en Antipaxos. We lopen door naar het dorp. Dat is een aaneenschakeling van toeristenwinkeltjes, eettentjes en barretjes. Wel gezellig in die nauwe straatjes. Voor € 2,- pp laten we ons met de watertaxi terugbrengen naar Ormos Valtos. De twee volgende dagen blijven we lekker liggen op deze rustige plek. Er wordt onweer voorspelt, op woensdagavond betrekt het en zijn er flitsen en een paar donderslagen, maar daar blijft het bij.
Met de taxiboot terug van Parga naar Ormos Valtos.
Vrijdags is de onweersverwachting voorbij en varen we naar het 13 mijl noordelijker gelegen Sivota (voorheen Mourtos). Tussen de eilanden vlak onder de kust en het vaste land is een drempel van slechts 2 meter. Wij zijn 1,5 meter diep, dus best een beetje spannend om daar overheen te gaan. We blijven echter minimaal 1,2 meter water onder de kiel houden, dat valt mee. We ankeren met een lijn naar de kant bij het eilandje Ayios Nikolaos tegenover het dorp Sivota. Op zich een leuke plek, maar er worden veel bootjes verhuurd in Sivota dus de hele dag wordt er veel heen en weer gevaren wat het erg onrustig maakt. ’s Avonds is dat gedoe gelukkig over. Na twee nachten houden we het voor gezien en wordt het tijd om het eiland Corfu op eigen kiel aan te gaan doen in plaats van met een huurboot. Over deze mijlpaal lezen jullie in het volgende bericht.

donderdag 8 augustus 2013

Kastos, Kalamos, Meganisi e.o.
Zondag 4 augustus hebben we een uitstekend zeiltochtje vanuit Levkas-stad naar Préveza. Na de brugpassage van 12.00 uur blijkt er zo’n 3 Bf wind te staan en is Préveza bijna bezeild in een rechte koers. In de haven is het niet druk. Gelijk het zout van de boot gewassen en de aardige mijnheer van de dieselauto is er ook als de kippen bij. We tanken weer vol voor € 1,42/liter, geen slechte prijs. Lekker om weer even hier te zijn op bekend terrein. We proberen een auto te huren voor 3 dagen  om daarmee weer te bevoorraden en ook nog wat sight seeing tripjes te maken, maar dat mislukt. Er zijn geen auto’s beschikbaar, het is hoogseizoen. Voor de bevoorrading gaan we nu maar met een taxi naar de Lidl, een beetje decadent voelt het wel. Zaterdag komen Dirk en Jennemieke voor hun weekje aan boord. Maar eerst volgt nog wat in de weken hieraan vooraf ging.
   
Na nog een derde dag in Astakos voor de was en boodschappen houden we het hier weer voor gezien en varen we op donderdag 18 juli tegen wind naar One House Bay op de steenklomp Nisis Atoko.
Op het strandje van One House Bay.
Wij zijn niet de enige die dit bedacht hebben, deze baai lijkt wel een magneet te hebben. Van alle kanten komen de boten er in een rechte lijn op af, de meesten voor een lunch/zwem stop. Het is inderdaad een mooie baai met zeer helder water en nog steeds maar één huis en een kapelletje wat open is. Het heeft o.a. een paar iconen. Voor de nacht blijven er circa 10 boten liggen, ook onze gezellige buren uit Astakos, Gerard en Marianne. Terwijl we ’s avonds bij hen aan boord aan de borrel zitten komt er een flinke deining in de baai. Die maakt het nog lastig om weer aan boord te komen. Gelukkig stopt de deining rond middernacht, dus slapen we toch nog goed. De volgende dag komen de eerste dagankeraars al weer vroeg op de baai af, o.a. een mega motorjacht. In de middag steekt een lekker windje op en hebben we een heerlijk zeiltochtje naar de ankerbaai op zuidoost Kastos. Daar is het lekker rustig, wij zijn boot nummer vier en voor de nacht blijft er slechts één andere boot liggen, toevallig ook Nederlanders.
’s Morgens bekijken we het strandje. Een paar Griekse vrouwen zijn zee-egels van de zeebodem aan het halen. We vragen wat ze er mee gaan doen en het blijkt dat je de eitjes kunt eten. Ze maken er een paar open met een speciale tang, met een kokkel schelpje haal je de eitjes er uit en Jeanet proeft er een paar. De smaak lijkt op die van mosselen.

Naast de baai waar wij liggen is een kleinere baai, een One Boat Bay. Als de boot die daar ligt vertrekt zien wij onze kans schoon en gaan daar naartoe verplaatsen. Met twee achterlijnen naar 
de kant liggen we als een vorst met een privé strandje voor de hekstoel! Merkwaardig genoeg is het er qua wind ook rustiger. Gerard en Marianne liggen inmiddels in de andere baai en krijgen ’s nachts 30 knopen wind waardoor hun anker los gaat. Wij hebben geen zuchtje en dat op 100 meter afstand en één landpunt er tussen.
One Boat Bay, Kastos!
Een lekker koud biertje op een terras in Kastos.
Het dorp Kastos is slechts 2 mijl verderop. De haven is erg krap en al flink vol dus we ankeren buitengaats. Na een rondje door het schattige dorpje varen we maandags door naar Kalamos waar we aan de kade kunnen liggen.
Kalamos bakboord, vaste land stuurboord.
Hier is George de zelfbenoemde havenmeester en uiteraard is er een George’s Taverna. Daar kun je ook lekker douchen, de was doen en ze verkopen ijs-cups en bevroren flessen water. Dat is handig om de koelbox te helpen de inhoud op temperatuur te houden, want het is inmiddels flink heet, 34 graden en geen wind. Het eiland Kalamos is veel groter, hoger en groener dan Kastos. In de zomer wonen er aardig wat mensen, maar in de winter slechts circa 100. De rest vertrekt dan naar Athene of Patras.
Het dorp Kalamos ligt prachtig tegen de steile helling, het is een flinke klim omhoog maar zeker de moeite waard. De tweede avond eten we daar.
Kalamos.
Beneden bij de haven zijn dus wel tavernes en twee supermarkten waar je o.a. brood kunt kopen wat dagelijks van het vaste land aangevoerd wordt, omdat de lokale bakker de hoeveelheid die zomers nodig is niet kan leveren. Woensdag 24 juli is de grote ankerbaai Port Leone op de zuidoost punt van Kalamos ons doel. Het dorp hier is in de aardbeving van 1953 verwoest en niet weer opgebouwd, veel bewoners zijn geëmigreerd naar m.n. Australië. Alleen de kerk wordt nog onderhouden en in de zomer wordt er vanuit een caravan een terras bediend. Toen we circa 20 jaar terug met onze huurboot in een zwaar onweer belanden was deze baai onze vluchthaven. Nu zijn de omstandigheden heel wat rustiger!
Port Leone, Kalamos.
Het eiland Meganisi heeft een zeer grillige noordkust met een aantal grote inhammen die dan weer kleinere inhammen hebben, kortom een ankerparadijs! We hebben er al veel positieve berichten over gehoord en nu willen we het zelf wel eens zien. Na een heerlijk zeiltochtje aan de wind met 3 á 4 Bf is de meest oostelijke inham, Port Atheni het eerst aan de beurt. Het is een plaatje, maar wel een stuk drukker dan Kastos en Kalamos. Rondom de hele baai liggen de boten met lange lijnen naar de kant. Op die manier kun je vrij dicht bij elkaar ankeren en wij vinden dus ook een plekje. Overigens kun je ook aan een kade liggen en blijken er in deze baai twee tavernes en een kleine supermarkt te zijn. Inmiddels moeten we wel weer eens pinnen en dat kan niet op de kleinere eilanden, zodat vrijdag 26 juli Palairos aan de vaste wal onze bestemming wordt. Er is net genoeg wind om met ruime zeilen 2 á 3 knopen per uur te halen. We zijn heel tevreden over deze snelheid bij zo weinig wind. Er zit nog bijna geen aangroei op de romp, dus de anti-fouling van een veel goedkoper lokaal merk doet zijn werk goed. Er zal wel aardig wat koper in zitten. Het is een heerlijk rustig warm tochtje, ware het niet dat Jeanet al snel na het verlaten van Port Atheni een vage house dreun hoort. En geloof het of niet, maar dat blijkt dus van een tent op het strand in de baai van Palairos te komen, op 8 mijl afstand dus al te horen! Als bij aankomst de kleine haven vol blijkt te zijn en de beschutting op de ankerplek ook niet zo geweldig lijkt, onderdrukken we de neiging om na het pinnen direct het kielzog terug te volgen. De deining valt mee die nacht, de house niet, die gaat door tot 5 uur in de morgen. De meegebrachte oordoppen komen Jeanet goed van pas. De watervoorraad moet nodig aangevuld worden, dus dat wordt een warm klusje met de jerrycans in de dinghy naar de kade voor  gratis water. Palairos blijkt ook weer een leuk plaatsje, misschien komen we er nog eens terug in het voor of najaar als er vast minder herrie is. Nu gaan we terug voor verdere verkenning van Meganisi, ditmaal de middelste baai, Ormos Abelike. Deze baai vinden we nog mooier dan Port Atheni. We vinden een ankerplekje in een knusse inham, het is er wel druk met boten maar toch rustig. Je kunt in ongeveer 20 minuten naar Vathi, de hoofdplaats van Meganisi, lopen. Eerst moet je door de bosjes naar de weg en dan via een paar afslagen kom je bij een trap met ruim 100 treden stijl naar beneden in het dorp. De tweede avond eten we aan het dorpsplein van Vathi, wat dus ook weer in zo’n mooie inham ligt. Het is er erg warm maar ook heel gemoedelijk. Een aantal jongetjes schaken op een groot schaakbord en dè grote attractie is een moeder die in een golfkarretje met een deel van de kinderen door het dorp rijdt met de rest er hollend achteraan. In het pikkedonker terug nemen we slechts één keer een verkeerde afslag, gelukkig hebben we het snel in de gaten.

We hebben een aantal nautische zaken nodig en in Nidri hebben we eerder een aantal goede chandlers gezien, dus dat wordt onze bestemming voor twee nachten. In het dorp is de toeristenkermis in volle gang, dat heeft ook wel weer zijn charme voor een korte periode. Eigenlijk hebben we nog niet zo veel van Levkas gezien, dus bedenken we dat we wel naar Sivota in het zuidoosten kunnen gaan. Als we om de landpunt het kanaal tussen Levkas en Meganisi in draaien blijkt er een flinke tegenwind te staan. Die trekt verder naar het zuiden aan tot 6 Bf en daar hebben we weinig lol in. Bovendien is het eigenlijk zonde van de diesel, dus gaat het roer 180 graden om en kunnen we lekker voor de wind zeilend naar Spartakhori, wederom op Meganisi, want daar wilden we ook graag nog heen.
Uitzicht vanuit Spartakhori over de "binnenzee" tussen Levkas, Meganisi
en het vaste land.
Spartakhori, Meganisi.
Ook deze baai is weer van een grote schoonheid. Als we ons anker laten zakken om af te meren aan een stijger is er ineens een hoop kabaal op de stijger. Het blijkt dat er mooring lijnen zijn en dat het niet de bedoeling is dat je je eigen anker gebruikt. Oeps, foutje. De stijger blijkt bij een taverna te horen. 
Ligplaats, water en elektra is gratis, maar je wordt wel in de taverna verwacht. Dat is geen probleem. Het water is hier zo mogelijk nog helderder dan op andere plaatsen en het is zeker de beste snorkel stek tot nu toe met veel meer verschillende soorten vissen en zelfs wat koraal. Genieten dus. Om het plaatsje Spartakhori te bereiken moet je een steile klim omhoog maken. Er zijn trappen om de weg wat te verkorten. Het uitzicht maakt de klim zeker de moeite waard.

Ook in Spartakhori zijn weer veel zwaluwen.

Verstekeling aan boord!
Barney, de kat van een mede zeiler heeft een
rustig plekje bij ons gevonden.
Vervolgens hebben we nog een heerlijk rustige nacht in de baai van Vlikho met een bezoekje aan ons favoriete cafétje Fyki waar een halve liter bier € 2,50 kost en de heerlijke, zeer uitgebreide hoeveelheid mezes nog door moeders zelf gemaakt wordt. Daarna een nacht aan de kade in Levkas-stad. Die ligt aan de doorgaande weg en het is een chaos met auto’s die geen parkeerplek kunnen vinden. Op zich is Levkas best een aardige plaats, maar aan de kade is het door al dat verkeer voor de deur niet zo fijn vinden wij. Geef ons maar Préveza!

Verzanding aan de noordzijde van de aanloop naar het kanaal van Levkas.


woensdag 17 juli 2013

Cephalonia, Zákynthos, Astakos, e.o.

Op weg naar het water.
De tewaterlating om 11.00 uur op dinsdag 25 juni gaat weer prima en we steken gelijk van wal. De vaargeul vanuit Préveza is pal tegen wind en er staat al een fikse deining. We zijn dus gelijk weer in geslingerd. De passage van de brug bij Levkas om 13.00 uur gaat vlotjes, ons doel voor deze eerste nacht is de ankerbaai Tranquil Bay bij Nidri. Heerlijk om weer in het water te liggen, het is gelijk een stuk aangenamer wat temperatuur betreft. Voor de volgende dag wordt bij Cephalonia veel wind voorspeld en bovendien blijkt de toilet niet meer helemaal goed te functioneren. We blijven dus nog een dag waarop Willem de toiletpomp uit elkaar haalt. Deze blijkt flink aangekoekt in de loop van de jaren. Het schoonschrapen is niet zo’n fris klusje maar het lukt om de pomp weer beter te laten functioneren.

De bb laat het afweten, dus Willem roeit Ton en Ingrid naar de boot.
Ons volgende doel is dus Cephalonia. We slaan Fiskardho in het noorden over en hebben een paar heerlijke zeiluurtjes in het kanaal van Ithaka naar Ayios Eufimia. Bij aankomst is daar heel veel wind.  Ton en Ingrid zijn op vakantie op Cephalonia en ze staan ons al op te wachten op de pier van Ayios Eufimia. Hartstikke leuk zo’n ontvangst, maar door de harde wind die ook nog eens dwars op de kade staat durven we het aanmeren niet aan. We gaan voor anker in de ruime baai en Willem pikt Ton en Ingrid met de dinghy op. Op de terugweg slaat de buitenboord motor af dus dat is een fikse roeipartij tegen wind in met 3 personen aan boord. ’s Avonds eten we gezamenlijk in het dorp.
De volgende ochtend is de wind een stuk minder en gaan we aan de kade liggen. De buitenboord motor is gelukkig weer snel gerepareerd. Ton en Ingrid halen ons ’s middags met de huurauto op voor een sight seeing trip. Cephalonia is het grootste Ionische eiland, bergachtig en heel groen door met name statige cipressen en olijfbomen. De Venetianen hebben hier lang overheerst en dat is goed aan de bouwstijl te zien. Bij een zware aardbeving in 1953 is veel verwoest en de herbouw is over het algemeen weer in Venetiaanse stijl gedaan. De rit gaat langs de westkust met o.a. de prachtige stranden van Mirtos en Petani. Via een terrasje in de stad Lixouri belanden we voor het avondeten in het hotel van Ton en Ingrid. Eleni, de eigenaresse, is zeer verguld met ons bezoek. Het hotel ligt prachtig in een natuurlijke omgeving bij het plaatsje Zola, wat toevallig aan de andere kant van de kloof is waar Ayios Eufimia aan ligt. Door die kloof staat er in Ayios Eufimia vaak veel wind, ook als er aan de westkust bijna geen wind is. Zaterdags gaan we gevieren een dagje varen. Er is weinig wind dus op de motor naar een mooie ankerbaai met strandje. Eerst zijn er nog twee motorbootjes maar die houden het snel voor gezien en hebben we de rest van de dag het baaitje voor ons alleen. Heerlijk zwemmen en lunchen op het strandje.
Paradijselijk baaitje op Cephalonia, Ithaka op de achtergrond.
Terug kunnen we deels met ruime wind zeilen. Nadat we weer aan de kade afgemeerd zijn eten we in Sami. Daar is ook een haven, maar deze ziet er veel minder knus uit dan Ayios Eufimia, dus blijven we daar liggen. De volgende twee dagen toeren we over een groot deel van het eiland naar de druipsteengrot Drogarati, het klooster en kasteel van Georgios die beiden op zondag dicht zijn, een wijnproeverij van de lokaal gemaakte frisse witte Robola, de berg Ainos welke met 1.630 meter de hoogste Ionische bergtop is met een mooi uitzicht op Zákynthos en Antissamos beach met een trendy lounge club. We eten een keer in Assos, een knus vissersplaatsje aan de westkust en de laatste avond van Ton en Ingrids vakantie nog een keer in hun hotel. We trakteren Eleni en een aantal andere gasten op twee tangodansjes. Ze vinden het geweldig. Zo hebben we 5 heel gezellige dagen en na de trieste periode rond het overlijden van Willems vader zijn we gelijk in vakantiestemming. Alle dagen heeft Ton ons dus weer veilig thuis gebracht, geen gemakkelijke klus met al die bochten en loslopende geiten op de weg! Ton en Ingrid, ontzettend bedankt.

Vaak geiten op de weg, ook 's nachts! 

Fruitsalade op het strand van Antissamos.
Op dinsdag is het een gekkenhuis in de haven van Ayios Eufimia. Er komen 2 flottieljes binnen, waaronder een Nederlandse, van elk zo’n 15 boten. Daarbij nog de losse vaarders die ook aan de kade willen liggen, het is chaos. De havenmeesters hebben er hun handen vol aan, maar kunnen niet voorkomen dat er een vreemde vogel vlak voor de aan de kade afgemeerde boten gaat ankeren. Hij trekt ons anker los en Willem heeft er een hele toer aan om het weer vast te trekken. We gebruiken nog een dag om de was te doen. De in Préveza gekochte wastobbe heeft 2 scheuren, dat was dus geen beste kwaliteit. We kunnen een steviger exemplaar kopen in de plaatselijke supermarkt.

Het water bij Nisos Pera Pighadi is kraakhelder,
de bodem op circa 10 meter diepte is goed te zien.
We zijn toe aan een mooie ankerplek. Het wordt ten zuiden van Pera Pigadhi, een klein eilandje vlak voor de zuidoost kust van Ithaka. Het is maar 11 mijl en het is er prachtig, met veel kleine strandjes in de baai en geen bewoning. Er is weinig wind maar ’s avonds ontstaat er een vervelende deining uit het oosten. Om die reden vertrekken we de volgende dag naar de vlakbij gelegen baai Ayios Andreas op de zuidpunt van Ithaka. Ook daar is het prachtig met een strandje, geiten op de helling en er is geen deining.




Ayios Andreas, Ithaka.
Zaterdag 6 juli varen we de 30 mijl naar Ayios Nicolaos op de noordoostpunt van Zákynthos. ’s Middags kunnen we lekker zeilen en we zien twee maal kort dolfijnen. In Ayios Nicolaos is een kade, een aantal taverna’s en mini markets, heel veel bootjes om de ‘Blauwe grotten’ te bekijken en de ondernemende Dimitri die zich voordoet als havenmeester. Hij kan gratis water en elektra regelen en bij de familie kun je gratis douchen en de was doen. Uiteraard kun je ook in hun taverna eten, de eerste biertjes zijn er gratis. We waren er graag langer gebleven, maar na terugkomst van het lekkere  eten blijkt er een heel irritante deining in de baai gekomen die de hele nacht aanhoudt. De volgende ochtend ‘vluchten’ we dus maar naar de beschutte haven van Zákynthos stad.
De toeristen zitten tussen de plaatsen waar de schildpadeieren
onder het zand zijn gelegd. 
     
We huren een dag een brommer om wat meer van Zákynthos te bekijken. Zákynthos is een stuk kleiner en veel minder bergachtig dan Cephalonia. Er groeien heel veel olijfbomen, maar cipressen zie je er minder. Eerst tuffen we naar de zuidpunt, daar is een schildpadden opvangcentrum met o.a. een bak met een aantal schattige kleine schildpadjes. Ze proberen de onechte karetschildpad die op de stranden in het zuiden aan land komen om eieren te leggen te beschermen. Op het nabijgelegen strand wordt het probleem pijnlijk duidelijk: er zijn wat stokken in het zand geprikt waar een schildpad eieren gelegd heeft, en daaromheen zitten de toeristen op de ligbedden onder de parasols. Ze hebben nog een lange weg te gaan. Langs een mooie route meer het binnenland in is een leuk dorpje voor een lunchstop en vervolgens via de oostkant van het eiland terug naar de haven.
Klussen in Zákynthos stad. Het nieuwe dekzeil
voor de rubberboot is in de maak.

De rubberboot krijgt een nieuwe jas om deze te beschermen tegen de invloed van de zon. We zijn er de hele dag mee bezig in de snikhete haven, maar het resultaat is naar onze tevredenheid. Nu maar hopen dat het materiaal het een tijdje volhoud. Nog een dag relaxen in Zákynthos stad met een bezoekje aan het Byzantijns museum. Naast iconen en muurschilderingen uit de, door de aardbeving van 1953 vernielde, kerken en kloosters van het eiland hebben ze ook foto’s van vóór en vlak na deze aardbeving. Indrukwekkend.

Vrijdag 12 juli wordt ’s middags een wat meer westen wind voorspeld zodat ons dit een goede dag lijkt om weer noordwaarts te gaan. Ons doel is de mooie en goed beschutte ankerbaai bij het eiland Nisis Petalas vlak bij het vaste land. ’s Morgens hebben we onder de kust van Zákynthos eerst nog wat noordelijke wind, maar verder uit de kust is de wind op. Als we ’s middags in de lijkant van Ithaka komen krijgen we 25 knopen, 6 Bf, uit het noordwesten. Met de zeilen gereefd kunnen we hoog aan de wind de ankerbaai zeilend bereiken. Dat waren een paar enerverende uurtjes. In de ruime ankerbaai liggen zo’n 10 boten en is het heerlijk rustig. We blijven er lekker 3 nachten. Iedere dag vanaf ongeveer 3 uur steekt een flinke thermische wind op, tot 30 knopen, maar dat geeft geen problemen. Afgelopen maandag zijn we de 10 mijl naar Astakos gevaren en liggen we aan de kade van dit leuke plaatsje. Achter de kade liggen allemaal terrassen en ’s avonds wordt er flink geparadeerd. Voornamelijk Griekse toeristen hier en natuurlijk wat bootjesvolk. Willem had een mooie lijn op het oog om te gebruiken als lange achterlijn naar de kant in krappe ankerbaaien, die koste € 0,50 per meter. Toen de verkoper hoorde dat hij 50 meter wilde hebben ging de kiloprijs gelden en hoefde hij maar € 12 af te rekenen! We liggen hier gratis, een halve liter bier kost hier op het terras € 2,- en daar krijg je dan ook nog een schaaltje lekkere mezes (tappa’s s) bij. Er is een strandje vlak bij om te zwemmen en te douchen. Het is momenteel 35 graden, er is weinig wind, wel wat bewolking en we hebben gezellige Nederlandse buren. Kortom, wij houden het hier nog wel even uit!