de saudade

de saudade
Saudade voor de noordkust van Spanje

maandag 28 juli 2014

Saronische en Argolische Golf


Kanaal van Korinthe.
Het kanaal van Korinthe is de smalle verbinding tussen de Golf van Korinthe en de Saronische golf. Het is in 1893 voltooid en werd met name gebruikt om de stormachtige kaap Maleas (zuidoost Peloponnesos) te ontlopen. Inmiddels is het kanaal voor de commerciële vaart te smal, want slechts 25 meter breed, en wordt het voornamelijk nog door de pleziervaart gebruikt. We arriveren om circa 9.30 uur op woensdag 2 juli aan de westzijde van het kanaal en roepen de autoriteiten op om te horen wanneer we er door kunnen. Helaas hebben we net de doorvaart van onze kant gemist en moeten we een uur wachten. Er is geen zucht wind, dus laten we de Saudade een stukje buiten de pieren drijven. De brug in de lokale weg gaat hier omlaag, een grappig gezicht. We varen met nog 3 andere zeilboten tussen de spectaculair hoog oprijzende wanden door. Het hoogste punt is 76 meter en door de hoogte lijkt het nog smaller dan het is. We moeten wel een beetje gang houden, zo’n 5 knopen, want anders duurt de doorvaart te lang. Na 3,2 mijl vaar je aan de andere kant weer over een brug en moet je aanleggen om te betalen. De aanlegsteiger is nogal vol met boten die het kanaal in willen, maar wij passen er nog net tussen. In het kantoor van de kanaalautoriteiten is Jeanet direct aan de beurt en stapt na 10 minuten en 123 euro armer weer naar buiten. Begrijp het goed, dat is voor een enkele reis! Waarschijnlijk is dit per mijl het duurste kanaal ter wereld, maar wij vinden het zeker de moeite waard.  Er blijkt aan deze kant een oost-zuid-oosten windje te staan, pal tegen helaas, maar niet veel dus op de motor richting Aigina.

De boten met fruit in Aigina.
 Onderweg zien we nog even kort dolfijnen, jammer genoeg niet dicht bij de boot. Om circa 16.00 uur maken we vast aan de kade van Aigina. Dat blijkt de eerste nacht voor ons 8 euro te kosten, exclusief water en elektra, en de volgende nachten 4 euro. Voor de komende dagen wordt harde noordelijke wind verwacht (meltemi), zodat we hier prima liggen als uitgangspunt om Carla (zus van Jeanet) maandag bij Athene op te pikken. Aigina is een drukke plaats waar veel veerboten aanleggen en ieder
Op de vismarkt. 
half uur een draagvleugelboot zorgt voor een hekgolf in de haven, waardoor je enige minuten aan de landvasten ligt te rukken. Het heeft een gezellig havenfront mat veel taverna’s, maar ook in de smalle straatjes daarachter kun je goed eten en drinken. We treffen eenmaal een taverna met live muziek. Zaterdagavond kijken we op het terras achter de boot de wedstrijd van Oranje tegen Costa Rica samen met een Nederlandse man en een Nederlandse studente die nog een paar supporters heeft meegebracht van andere nationaliteiten. De heren voetballers maken er een latertje van, maar het is te spannend om voor het einde af te haken. De vreugde is groot na het winnen van de strafschoppen. Na een korte nacht en enigszins katterig varen we de volgende ochtend de 18 mijl naar Alimos Marina, Kalamaki, Athene. Het is een enorm grote jachthaven en we roepen ze via de marifoon op voor een ligplaats. We hebben vooraf gereserveerd, maar dat was momenteel niet nodig geweest want er is plek zat. Alleen op vrijdag schijnt het hier erg vol te zijn als veel charterboten binnen zijn.  De havenmeester dirigeert ons naar pier 3 om aan te leggen, maar vanaf het water is echt geen nummer op de pieren te bekennen, dus we kiezen maar een plekje. Vervolgens loopt Jeanet het pokken eind naar het havenkantoor in de bloedhitte. We blijken aan pier 1 vastgemaakt te hebben en aangezien pier 3 dichter bij de douches en bij de uitgang is, gaan we verhalen (de boot verplaatsen). De kosten blijken een kleine 25 euro per nacht, dat valt ons 100% mee. Daarvoor kunnen we ook wat water nemen, elektra is niet inbegrepen. 
Carla in de voorpunt met de noordoost punt van
het eiland Aigina op de achtergrond.
Maandag 7 juli SMS’t Carla dat ze om circa 12.30 uur bij de bushalte zal zijn. Jeanet haalt haar op met de fiets, maar blijkt bij de verkeerde halte te staan want de bus stopt daar niet. Hij rijdt aan haar neus voorbij, dus snel er achteraan. Dat valt niet mee, want ze durft niet te fietsen over de enorm drukke weg en de stoep is wisselend van kwaliteit en vaak geblokkeerd met geparkeerde auto’s. Carla staat inmiddels rustig te wachten bij de halte, zodat het rendez-vous geslaagd is. Na een korte lunch aan boord vertrekken we naar Perdika, een schattig plaatsje in het zuiden van het eiland Aigina. De wind blijkt net iets te veel tegen om een directe koers te kunnen varen, maar we kunnen het grootste deel heerlijk zeilen. In Perdika blijkt de kade al vol, dus we ankeren in de baai en eten ’s avonds lekker vis in een van de taverna’s. Na een rustige nacht vertrekken we richting Poros, wat we ook weer deels zeilend kunnen doen. Om te kunnen zwemmen en lunchen stoppen we in een baai vlak bij Poros. We liggen er alleen, maar wel een beetje te rollen. Voor de nacht ankeren we een stukje verderop in Ormos Neorion, waar we toevallig in een taverna met live muziek belanden. Dat is altijd een leuk extraatje. 
In deze prachtige baai kreeg Willem duikles.

Woensdag krijgt Willem van Carla zijn tweede duikles (de eerste was ooit een keer in een zwembad op vakantie in Kenia). Daarvoor gaan we naar een mooie baai ten zuiden van kaap Dana (eiland Poros), waar we met de duikspullen in de dinghy naar het strandje gaan. Eerst maar eens kijken waar alles moet zitten en proberen of alles het doet. Dat blijkt het geval te zijn alleen het lood is voor Willem een beetje te weinig, zodat zijn vest verzwaard wordt met stenen. Na nog wat instructie lukt het hem prima om op diepte te zweven en ook om weer gecontroleerd naar de oppervlakte te komen. Missie geslaagd!

Carla geeft Willem instructie.

Daar zweeft hij onder water!
Het smalle kanaal tussen Poros (stuurboord) en de Peloponnesos.
Na de lunch en nog wat snorkelen varen we terug naar Poros stad en blijken nog precies in een gaatje langszij aan de drijvende stijger te passen. Carla en Jeanet gaan een rondje sight seeing en vinden een mogelijkheid om te douchen achter in een minimarket. Deze douchelocatie staat met stip in de top 3 van meest vreemde. ’s 




Poros stad in het avondlicht, in 3D gemaakt.
Oranjelegioen in Poros.
Avonds kijken we de uitschakeling in de halve finale van het WK met veel andere NL’ers. Voor donderdag hebben we het plan om naar Palaia (oud) Epidhavros te gaan. Daar in de buurt is o.a. een mooi, oud amfitheater wat we vrijdag willen bekijken. In eerste instantie gaan we op de motor tegen de noordenwind in, later kunnen we meer afvallen en zeilen. De lunch-/zwem stop maken we op de zuidpunt van het eiland Angistri. Daar aangekomen trekt de wind behoorlijk aan. De baai blijkt niet best beschut, we liggen te rollen en te stuiteren. Snel weer ankerop dus. De wind is oost, Epidhavros ligt aan lagerwal en dus is de kans groot dat het daar ook heel onrustig is. En aangezien plannen gemaakt worden om te wijzigen indien nodig, besluiten we naar Vathi (ja, alweer een Vathi) aan de hoge wal van het schiereiland Methana te gaan. Het haventje blijkt piepklein en is helaas vol, dus gaan we een stukje zuidelijker in een baai ankeren. Er ligt slechts 1 andere zeilboot. Het is er mooi om te snorkelen, heerlijk rustig en stikdonker zodat de bijna volle maan goed tot zijn recht komt. Kortom perfect, op de vele wespen na. Om te kunnen eten in een taverna gaan we met de dinghy om de landpunt heen, circa 10 minuten varen. ’s Morgens vertrekken we op tijd alsnog naar Palaia Epidhavros. Onderweg hebben we geluk: er komen even kort dolfijnen een stukje meezwemmen, o.a. een moeder met een jong. In Epidhavros kunnen we aan de kade liggen, broodjes voor de lunch en een taxi naar het amfitheater zijn snel geregeld. Kosten 40 euro voor een retour, de rit duurt een klein half uur. Eerst bekijken we het prachtige amfitheater, wat een van de best bewaarde in Griekenland is. De onderste 34 rijen stammen uit de 4e eeuw v.C., de bovenste 21 rijen hebben de Romeinen toegevoegd. Er zijn 14.000 zitplaatsen, de akoestiek is er perfect en er worden nog regelmatig voorstellingen uitgevoerd. Een stukje verderop zijn opgravingen gedaan van het heiligdom van de god van de geneeskunde Aesculapius en er is een museumpje met de nodige restanten van wat er gevonden is. Na 2 uur worden we weer door de taxichauffeur opgepikt en terug op de boot is het tijd voor siësta. Op de kade achter de boot is ’s avonds een markt van eigengemaakte producten. Het is er gezellig druk. We eten in een hotel waar een gratis douche inbegrepen is. Dat soort ondernemerschap houden wij van!
Het amfitheater van Epidhavros.
Idem. Nu met de beide zussen.
De tholos wordt gerestaureerd.
We hebben veel vis gegeten deze week.
Zaterdag gaan we weer naar Perdika op Aigina. Onderweg hapert de motor, er zit weer lucht in de leiding. Willem ontdekt een los getrilde bout bij de waterafscheider c.q. het grof brandstoffilter. Altijd een spannend moment of hij vervolgens weer aan wil slaan, maar dat gaat goed. In Perdika kunnen we dit keer aan de kade liggen. Doordat het niet lukt om recht achteruit te varen komt er een bocht in de ankerketting, die vervolgens achter 2 stenen blijkt te liggen. Het moet opnieuw, maar mislukt weer. Willem duikt naar 6 meter diepte om de ketting te klaren. Zonder fles! Het lukt en het anker kan nu goed ingraven. Dat is nodig, want volgens onze Duitse buurman waait het er al 3 nachten flink uit het noordwesten, wat een vervelende deining in de haven geeft. Gelukkig is Carla inmiddels in geslingerd. En dan is het zondag alweer tijd om terug te gaan naar Athene, maar niet nadat Carla en Jeanet nog even lekker zwemmen en snorkelen terwijl Willem de motor probeert te repareren. Onderweg blijkt dat de reparatie niet afdoende is, want na ongeveer een uur is er weer een hapering. Op dit traject is aardig wat scheepvaart van en naar Piraeus. Nadat een zo’n kolos voor ons langs gevaren is, komen er 3 fixe hekgolven waar de boeg in duikt. Carla zit net lekker op de voorpunt en wordt ondanks waarschuwing van Willem flink nat. Gelukkig is het nog steeds mooi warm weer. Bij de Alimos Marina blijkt geen restaurant, dus we moeten over de drukke weg naar het winkelcentrum om te eten. Na een laatste rustige nacht aan boord brengen we Carla maandagochtend om circa 9.00 uur naar de bus. Zo’n week is snel voorbij als het gezellig is. Carla, bedankt voor het bezoek! De rest van de dag relaxen we en repareert Willem de motor met nieuwe koper-ringen op een afdoende manier, we hebben later geen problemen meer. Dinsdag 15 juli hebben we een perfecte zeildag naar Poros, met tussen de 10 en 20 knopen wind is de 30 mijl met een gemiddelde van 5,7 knopen vlot afgelegd. Aan de drijvende stijger is een krap plekje langszij, waar Willem de Saudade perfect in parkeert. Hij krijgt de complimenten van de Engelse buren. De lucht betrekt inmiddels steeds meer en net nadat we vast liggen begint het hard te waaien en te spetteren, gelukkig niet voor lang. De was kan hier bij de slager gebracht worden. 6 Kg kost 5 euro, dat is niet duur zodat de handdoeken en het beddengoed op woensdag weer schoon zijn. De port police komt zeggen dat we niet langszij mogen liggen, maar met de achterkant naar de stijger moeten afmeren. Dat zien we niet zitten, omdat ons anker dan verward zal raken met de ankerkettingen van de boten die aan de kade liggen. Na nog wat laatste boodschappen gaan we een stukje verderop vrij ankeren, hoewel het daar met 12 meter wel een beetje diep is. De volgende morgen is het makkelijk wegvaren met als bestemming Ermioni. Eerst is er weinig wind, maar voorbij kaap Skillaion en nadat we tussen de eilandjes van de Nisos Tselevinia groep door zijn gevaren, staat er een lekker windje zodat we de rest kunnen zeilen met een knik in de schoot. Bij Ermioni gaan we voor anker in de baai. Het blijkt een heel aardig plaatsje op een landtong, waar je ook in de baai aan de andere kant van de landtong kunt ankeren of aan een kade kunt vastmaken. Vrijdag’s gaan we door naar Porto Kheli.
De grote baai van Porto Kheli in het avondlicht.

We maken een omweggetje door Ormos Kranidhiou omdat we denken dat Lex en Max daar hun vakantieoptrekje hebben en dat willen we wel eens met eigen ogen bekijken. Maar het is of de verkeerde baai of we herkennen het niet, dus geen succes. Bij Porto Kheli maken we een lunch/zwem stop in een van de mooie inhammen. Om circa 17.00 uur betrekt de lucht steeds meer en gaan we vlug ankerop om in de grote baai opnieuw voor anker te gaan. We horen wel gerommel in de verte en zien een flits, maar bij ons komt het onweer niet. In Porto Kheli worden ook wel boten voor de winter achtergelaten en dat willen we wel eens bekijken, dus de volgende ochtend met de dinghy de baai over naar het plaatsje. We vinden geen yard en zien ook geen kraan om boten uit het water te halen. Wel liggen er veel boten aan moorings, dus wellicht is dat de manier van winterstalling hier. Geen optie voor ons. ’s Middags betrekt de lucht al om circa 15.00 uur en horen we weer gerommel in de verte. Nu krijgen we wel een fikse regenbui, zodat de boot weer zout vrij is. Ook ditmaal geen onweer bij ons. Later is het weer mooi weer. Zondag is er een noordwesten wind van 10 tot 15 knopen voorspelt, een prima windje om naar het zuiden af te zakken. 

Kiparissi.
Eerst gaan we hoog aan de wind om het eiland Spetses heen, daarna kunnen we afvallen naar Kiparissi. Wederom een heerlijke zeildag. Kiparissi ligt in een spectaculaire omgeving, aan de voet van bergen die tot ruim 1.000 meter oprijzen. De baai is helaas erg open, een grote kans op een onrustige nacht. Er is echter in de zuidoost hoek een kleine landpunt waarachter de beschutting redelijk is. Er staat een schattig kapelletje op een kade waaraan we vastmaken. Een schilderachtige plek! We liggen er wel wat te rollen, maar veel minder dan de boten die in de baai liggen. Maandag 21 juli is een motorbootdagje naar Monemvasia, het Gibraltar van Griekenland. De rots ligt prachtig afgetekend tegen de strakblauwe lucht en zee. 
Het oude dorp Monemvasia.
Het oude dorp lijkt vanuit zee gezien uitgestorven, maar dit is zeker niet het geval zien we de volgende dag. Tot aan de stadsmuur kunnen we met de fiets. Dan is het een doolhof van straatjes, steegjes en trappetjes. Het is grotendeels schitterend gerestaureerd, er zijn de nodige hotels en natuurlijk zijn er veel souvenirs te verkrijgen, evenals eten en drinken. Er is ook een bovenstad geweest in het verleden, maar die is verwoest en niet gerestaureerd op de kerk na. We volgen het steile pad omhoog, maar helaas, de toegang tot de bovenstad is gesloten vanwege restauratiewerkzaamheden. Achteraf zien we dat dit wel beneden aangeplakt staat, maar wij hadden dit niet gezien. Nu ja, het uitzicht is de hete klim toch waard!

In het oude dorp Monemvasia.
Idem.

Idem, maar nu van bovenaf gezien.
Na de lunch in de benedenstad zijn we nog maar kort terug aan boord of het gaat flink waaien uit het zuidwesten. Dit is conform de voorspelling, maar het maximum van 36 knopen (8 Bf) verwachten we toch niet. Waarschijnlijk hebben we te maken met valwind van de bergen. Wij liggen prima aan de hoge wal in de “Marina”. We letten niet goed op, Jeanet’s fiets waait in het water. Met het dregankertje heeft Willem hem snel weer boven water en gelukkig is er een waterkraan om hem weer af te spoelen. Voortaan maar neerleggen in plaats van op de standaard zetten. Het wordt heel druk met boten die een plekje aan de kade in de Marina willen, o.a. een flottielje van circa 10 boten. Dit lukt niet, ze moeten met de harde wind in de rug weer terug om de rots heen en vastmaken aan een pier aan de noordzijde van de brug. De harde wind blijft vrijwel de hele nacht en de volgende dag doet hij er nog een tandje bij tot maximaal 44,5 knoop, dat is ruim 9 Bf! De hele dag zijn er al harde knallen te horen, er wordt een podium opgebouwd en de geluidsinstallatie wordt getest. Die avond blijkt het feest te zijn vanwege de bevrijding van de Turken in 1821. Het wordt enorm druk. Ons is niet helemaal duidelijk wat er zoal gebeurt, want het is al flink donker als er enige activiteit te bespeuren valt. Er is een piratenbootje wat in de brand gaat en daarna is er een prachtig siervuurwerk. Helaas staat er nog steeds veel wind, waardoor het vuurwerk snel verwaait. Vervolgens begint de band met zanger en zangeres aan hun optreden. Het plein voor het podium is vol gezet met stoelen, zodat er nog maar een klein stukje over blijft voor de dansers. Dat vinden wij wel een beetje jammer. Om goed 24.00 uur wordt het optreden afgesloten met wederom een prachtig siervuurwerk, recht voor onze boeg. Wij boffen maar weer eens! Donderdag ochtend vroeg gaat de wind eindelijk liggen, het is wasdag en er lijkt weinig te gebeuren. Ware het niet dat Lex en Max het blijkbaar een goed idee vonden dat wij elkaar treffen, haha, want ze komen met het hele gezin in een speedboot en 5 man bewaking in een volgboot aanleggen een stukje verderop aan de kade. Willem is in cognito, dus hij wordt niet direct herkend door Lex en Max. Uiteraard gaan ze Monemvasia bekijken, maar het kan toch bijna geen toeval zijn. De foto’s kunnen jullie bij ons thuis bekijken.
Toplocatie voor een diner.
Wat verder nog vermeldenswaardig is, is dat Willem tijdens het snorkelen een schildpad tegen komt. Die schildpad is met enige regelmaat aan de oppervlakte en dat is natuurlijk een leuke attractie hier in de haven. Ook blijkt dat ons anker door het trekken van de boot als gevolg van de harde wind volledig onder het zand verdwenen is. Willem ziet na lang zoeken nog net een klein stukje uitsteken. Wind en water zijn helemaal tot rust gekomen, dus vrijdag is een goede dag voor ons om kaap Maleas te ronden. We vertrekken om 8.00 uur voor de circa 30 mijl naar Nisos Elafonisos. Het is een mooi traject langs de ruige kust. Pas na de kaap steekt er wat wind op, eerst nog wisselend qua kracht en richting (valwinden), maar later constant uit het zuiden, zodat we het laatste stuk lekker kunnen zeilen. En zo liggen we dan aan het begin van de middag in Ormos Levki aan de zuidoost kant van Nisos Elafonisos in zwembadblauw water. ’s Avonds komt een aardige buurman 2 moten tonijn brengen. Hij had die dag een hele grote aan de haak geslagen en ze kunnen het niet op krijgen. Die avond eten we macaroni met super verse tonijn, heerlijk. Van Elafonisos is het circa 25 mijl naar Kapsali op de zuidpunt van Kythera, het eiland waar Peter en Anneke hun huis hebben. Met hen hebben we inmiddels al de nodige gezellige uurtjes doorgebracht, daar lezen jullie later meer over.

donderdag 3 juli 2014

Golf van Korinthe


Navpaktos; voorstelling in het middeleeuwse haventje.
Op maandag 16 juni vertrekken we inderdaad naar het eilandje Trizonia, maar niet nadat we de laatste avond in Navpaktos 1e rang zitten bij een uitvoering van moderne dans en traditionele live muziek van een 3 mans orkestje, een zanger en zangeres. We kunnen het mooi vanuit de kuip bekijken en beluisteren, deels samen met de buren Chris en Josita. Wat een mazzel hebben wij toch weer. We vertrekken om circa 11.30 uur nadat de westenwind opgestoken is richting Trizonia, slechts 12 mijl. De wind trekt nog flink aan tot 26 knopen (6 Bf) dus het gaat lekker vlot op alleen de genua. Ook in de baai van Trizonia staat een stevige wind, de kades van de “marina” zijn vrijwel volledig bezet of met de harde wind ongunstig om aan te leggen, dus we ankeren een nachtje. ’s Avonds gaat de wind al snel liggen en we gaan in het dorp eten. Daar zijn een vijftal katten, waarvan een zwangere, die zo mager zijn dat het gewoon zielig is en Jeanet een blikje kattenvoer koopt voor 0,70 cent. Dat gaat er wel in bij ze. Later blijkt dat meer zeilers dit doen, dus dat is goede business voor de minimarket hier. In de taverna hebben meerdere zwaluwen een nest met jongen. Ze vliegen laag over je hoofd om hun kroost te voeren, dat blijft een vermaak. De volgende ochtend is er al vroeg ruimte aan een kade in de “marina”. Deze “marina” is ooit aangelegd, maar nooit in gebruik genomen en er zijn dus ook geen faciliteiten, behalve dan dat er veel grote gaten in de kades zitten waar eigenlijk de stroom en water kastjes hadden moeten staan. De verlichting doet het ook niet, dus in het donker een zaklamp mee en goed opletten waar je loopt.
Trozonia; gezonken tweemaster.
De kades liggen grotendeels vol met geparkeerde boten, waarvan bij een groot aantal goed te zien is dat er al lange tijd niemand aan boord geweest is. Een tweemaster is zelfs gezonken en dat schijnt al een aantal jaren terug gebeurd te zijn. Trizonia is ongeveer even groot als Ameland. We dachten hier misschien te kunnen fietsen, maar daar is het te stijl en zijn de wegen te slecht voor. Dus gaan we wandelen en dan zie je des te meer: veel sprinkhanen, vlinders, grote spinnen en zelfs een landschildpadje!




Trizonia; sprinkhaan.
Trizonia; leuke wandeling.
Trizonia; zelfs een landschildpadje gevonden.
Trizonia; veel vlinders zijn er ook.
Trizonia; de baai met de 'marina' en de bergen van het
 vaste land op de achtergrond. Wij liggen aan de buitenkant
van de lange kade.
De lucht betrekt nogal, er dreigt onweer maar het blijft droog. De volgende ochtend brengen we de was in een hotel en terwijl beddengoed en handdoeken weer schoon worden kunnen wij zwemmen. Dat noemen wij nog eens luxe! Daar moet je dan wel 10 euro voor over hebben, niet goedkoop, maar verder liggen we hier gratis dus à la. Later neemt Jeanet in het hotel ook nog een heerlijke douche (4 euro).Tegen de tijd dat de was klaar is begint het te spetteren. Gelukkig is het later weer zonnig, zodat de was kan drogen. Willem vult met de jerrycans de watervoorraad weer aan bij een gratis watertappunt waar hij met de dinghy heen roeit. Verder is er in het dorpje dus een minimarket waar je brood voor de volgende dag kunt bestellen en je kunt eventueel het pontje nemen naar de vaste wal waar je ook boodschappen kunt doen. Kortom, het is hier wel een poosje uit te houden. ’s Avonds kijken we de voetbalwedstrijd tegen Australië en na afloop drinken we een biertje op de overwinning met René en Anneke van de Mi Dushi. Die liggen ook aan de kade en zijn onderweg richting het westen. De volgende ochtend is er veel wind. We maken weer een wandeling, maar de lucht betrekt en dus keren we snel om. Na een kwartier terug aan boord regent het. Het mooie, stabiele zomerweer is hier nog niet. Later die middag is het weer zonnig en krijgt de buiskap op een aantal slijtageplekken een versteviging. Willem heeft dit voorjaar tijdens de workshop “EHBO voor je zeilen” van de WSV exact de goede stof gescoord. Ook de toen gekochte Speedy Stich is al gebruikt voor reparatie van de kuiptent, kortom, dat was een heel nuttig evenement

Bij kaap Psaromita staat tot 36 knopen wind!
Op de langste dag van het jaar varen we naar Ormos Vidhavis, een ankerbaai 12 mijltjes oostwaarts. We worden uitgezwaaid door de bemanning van de Mi Dushi. Er staat een lekker westenwindje, 15-20 knopen en alleen op de genua gaan we vlotjes. Bij kaap Psaromita trekt de wind aan tot 30 knopen en na de kaap zelfs tot 36 knopen, 8 Bf! Een beetje veel van het goede, dus we reven de genua. De golven beginnen inmiddels ook aardig op te bouwen. Die dekselse kapen toch, je moet er altijd bedacht zijn op meer wind. Het is gelukkig niet ver meer naar Vidhavis en de wind en golven nemen snel af als we de baai invaren. De ankerplek is prima beschut hoewel er wel harde vlagen blijven staan tot 2.00 uur en ... we zijn de enige boot! Na een nachtje schuiven we in windstil weer op naar de volgende ankerbaai, Ormos Anemokambi, een mooie bijna door land omsloten baai. Er is een hotel, er wonen wat mensen en aan het begin van de baai is een visfabriek, maar evengoed is het er nog aantrekkelijk. Zowaar komt er nog een zeilboot ankeren.

Aanloop Galaxidhi; tussen die eilandjes moeten we door.
De volgende dag motoren we de laatste 2 mijl naar Galaxidhi, waar we aan de kade kunnen liggen. De inham is aan de andere kant mooi begroeid met o.a. cipressen. Al snel komt de port police ons vertellen dat we ons later moeten melden op het kantoor. Daar ondergaan we lijdzaam, eigenlijk voor het eerst, een staaltje van de Griekse bureaucratie. Het blijkt dat de wet verandert is en dat nu boten van 7 meter of meer een “Private Pleasure Maritime Traffic Document” moeten hebben (dat was boven de 10 meter). Deze moeten we eerst gaan betalen bij een bank, de kosten blijken iets onder de 30 euro, dat valt dus nog mee. Met het betalingsbewijs moeten we terug naar de port police en dan krijgen we het indrukwekkend grote document met veel vakjes voor lekker veel stempels.

Van dit soort pagina's zijn er nog 3!
Volgens de aardige meneer is het voor ons maar 1 maal per jaar nodig om de stempels te halen, zodat we heel wat jaren met dit document kunnen doen. We zijn benieuwd of zijn collega’s in andere plaatsen de wet op dezelfde manier interpreteren. Na circa een uur en ook nog 12,30 euro, inclusief elektra en water, voor het liggeld betaald te hebben, kunnen we de boot weer eens lekker afspoelen met zoet water en de voorraad weer aanvullen. ’s Avonds kijken we hoe Oranje groepswinnaar wordt. We zijn de enigen die kijken, 19.00 uur is voor de Grieken echt te vroeg om te eten en andere Nederlanders zijn hier niet. Wel blijkt er nog een andere Saudade te liggen, een Oostenrijker. We spreken even kort met de eigenaar. 
Galaxidhi.
De volgende morgen lopen we eerst nog even een rondje door het leuke plaatsje, waarna we de 4 mijl naar Itea op de motor afleggen. In tegenstelling tot wat het pilotboek beweerde blijkt de marina in Itea niet (meer) in gebruik. We kunnen langszij aan de kade, er is geen elektra, geen water en het toilet/douchegebouwtje is op slot. Het schijnt dat de port police af en toe langs komt om havengeld te innen, maar wij hebben ze al de tijd dat we er waren niet gezien. Itea is geen mooie stad, maar wel goed om inkopen te doen; er is b.v. een redelijk grote Spar. En het is de dichtstbijzijnde havenplaats om de opgravingen van antiek Delphi te kunnen bezoeken. Dat willen we de volgende dag doen, de bus blijkt om 7.15 uur of 10.45 uur te gaan. 10.45 Vinden we met het oog op de hitte, 34 graden inmiddels, te laat dus gaat Jeanet vroeg te kooi om de vroege bus te kunnen nemen. ’s Nachts worden we nog een poosje wakker gehouden door gejoel, getoeter en zelfs vuurwerk als Griekenland de volgende ronde van het WK bereikt.

Vanuit de bus naar Delphi; de baai met Itea op de achtergrond.
Het is ongeveer een half uur met de bus naar Delphi. Als we er aankomen is het nog lekker rustig. We bekijken eerst het grote opgravingsterrein waar restanten uit zelfs de 6e eeuw v.C. gevonden zijn met de tempel van Apollo, het theater en het stadion. In de tempel zetelde het orakel, dit was een medium via wie zogezegd de god Apollo sprak. De antwoorden op de vragen die voorgelegd werden waren meestal voor dubbele uitleg vatbaar, zodat het orakel vaak gelijk kreeg. Niets nieuws onder de zon dus. Het theater heeft 5000 zitplaatsen en is nog vrij goed in tact.



Delphi; o.a. het schathuis van Athene.

Delphi; het theater en onderaan de restanten van de tempel van Apollo.

Selfi in Delphi.
Vervolgens is het een stevige klim naar het stadion, wat ook goed bewaard is gebleven. Hier vonden eens in de 4 jaar de Pytische Spelen plaats, net even minder belangrijk dan de Olympische. Vanaf 582 v.C. werden er atletiekwedstrijden gehouden op de 200 meter lange baan voor 7000 toeschouwers. Inmiddels zijn de eerste bussen ook gearriveerd en beginnen de groepen het terrein te bevolken.

Delphi; de tholos.
Wij gaan naar het kleinere opgravingsterrein met o.a. de Tholos, waarvan de functie onbekend is. Het stamt uit de 4e eeuw v.C. en had 20 zuilen, waarvan er 3 gerestaureerd zijn om een betere indruk te krijgen. Onze timing is vandaag perfect, daar is nog bijna niemand. De hitte begint aardig toe te nemen, dus wordt het tijd voor het koele museum met opgegraven beelden en architectonische restanten. Dat hebben uiteraard meer mensen bedacht, maar je kunt toch alles op je gemak bekijken. Wij vinden het zeker de moeite van het vroege opstaan waard. 



Delphi; tijd voor frappé op een terras met uitzicht!
Delphi; deze sfinx was geschonken door het eiland Naxos.
Delphi; detail van een voorstelling.

Delphi; foto van de opgraving van de tweeling van Argos.
Delphi; deze tweeling dus.
Om 13.15 nemen we weer de bus terug naar Itea en hebben nog een luie middag en ook voor de volgende dag hebben we nog geen vaarplannen. Vrijdags staan we wel vroeg op om het weer te bekijken. In de Egeïsche zee is een lage drukgebied met harde noorden wind van 7-8 Bf (meltemi) op komst en we hebben geen idee of dat ook bij ons harde wind zal geven. Volgens de GRIB-files niet, maar we vertrouwen het niet, er hangt b.v. lage bewolking. Ook zaterdag blijven we om dezelfde reden liggen en dat geeft Jeanet de gelegenheid om jullie met dit blogbericht weer op de hoogte te brengen van onze belevenissen. Zo heeft ieder nadeel weer zijn voordeel. Willem maakt ondertussen nieuwe plankjes op de zwemtrap. Vorig jaar waren er twee afgebroken, wat wij meenden te moeten wijten aan Dirk’s gewicht. Ten onrechte blijkt dus, want nu breken ze als lucifers onder Jeanet’s gewicht. Willem had ze al vernieuwd, maar nu is van de nieuwe plankjes er ook eentje afgebroken. In Itea vindt hij een houthandel waar hij een mooie plank koopt die op maat gezaagd en afgeschaafd wordt. Hopelijk houden deze het langer vol.
Jippie! Daar zijn ze weer eens. Let niet op Willem's duim.
Zondag 29 juni vertrekken we vroeg naar Kiato, aan de noordkust van de Peloponnesos. De windverwachting is oost 5-10 knopen. Niet veel dus, maar wel tegen en dan ontlopen we graag de hardere middagwind. Om half 9 zijn we bij kaap Makri Nikolaos waar dan al tot 26 knopen wind staat, die half tot ruim inkomt. We kunnen een uurtje heerlijk zeilen, maar dan is de wind op en komt ook niet meer terug. Net als het een beetje saai dreigt  te worden, komt een groep dolfijnen in zicht. Een groepje van een stuk of 5 a 6 komen een poosje spelen met de boot. Geweldig zoals ze exact met dezelfde snelheid mee zwemmen en dan plots met een scherpe bocht in tegengestelde richting wegschieten. Dat verveelt nooit! In Kiato kunnen we aan een kade liggen met mooringlijnen, zodat we ons eigen anker niet hoeven te gebruiken. ’s Avonds kijken we als enigen in een café hoe Nederland met de hakken over de sloot de volgende ronde bereikt. Er is inmiddels een pittig oostenwindje opgestoken en dat geeft nogal wat deining in de haven die gelukkig in de loop van de nacht weer verdwijnt. Kiato blijkt een vrij grote stad, waar de drukke weg tussen Athene en Patras dwars doorheen loopt. Niet zo fijn dus. Maar er blijkt ook een prettige autovrije winkelstraat met mooie winkels en terrassen.
Kiato; de vis wordt vanaf de boot verkocht,
o.a. een grote inktvis.
De afstand van de boot naar de winkels is vrij groot zodat de fietsjes, net als in Itea overigens, goed van pas komen. Het volgende traject is door het kanaal van Korinthe naar de Saronische Golf, waar we vervolgens maandag 7 juli Carla (zus van Jeanet) in de buurt van Athene oppikken want die gaat een weekje meevaren. Het kanaal is dinsdags gesloten voor onderhoud, dus we blijven nog een dagje. Er is gratis water een stuk verderop aan de kade zodat de shirts en korte broeken weer gewassen kunnen worden en de watervoorraad weer met behulp van de jerrycans kan worden aangevuld. Inmiddels zijn wij gisteren door het kanaal gevaren en liggen we nu in Aigina. Onderstaand alvast een foto, voor het verslag en meer foto’s moeten jullie tot het volgende bericht wachten. 

Kanaal van Korinthe.